Einde inhoudsopgave
Wet uitvoering antidopingbeleid
Artikel 2 Algemene regels voor sporters
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2019
- Bronpublicatie:
26-09-2018, Stb. 2018, 344 (uitgifte: 12-10-2018, kamerstukken: 34543)
- Inwerkingtreding
01-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-10-2018, Stb. 2018, 418 (uitgifte: 16-11-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Bestuur
Privacy / Verwerking persoonsgegevens
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
1.
Iedere sporter draagt ervoor zorg dat hij in het belang van een dopingvrije sport handelt in overeenstemming met een voor hem bindend dopingreglement.
2.
Onverminderd het bepaalde in het eerste lid is een sporter die behoort tot de topsportgroep in het belang van een dopingvrije sport verplicht tot het verstrekken van zijn verblijfsgegevens aan de Dopingautoriteit.
3.
Indien een sporter wordt onderworpen aan een dopingcontroleproces en zich verzet tegen het afnemen en verzamelen van lichaamsmonsters vinden die afname en verzameling niet bij hem plaats.