V-N 2022/19.12
Hoge Raad verklaart beroep in cassatie tegen tussenuitspraak geheimhoudingskamer hof niet-ontvankelijk
HR 22-04-2022, ECLI:NL:HR:2022:639, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 april 2022
- Magistraten
Van Hilten, Fierstra, Wortel, Beukers-van Dooren, Van Eijsden
- Zaaknummer
21/02075
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS645313:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:639, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑04‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:245, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑03‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑05‑2021
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van X tegen de tussenuitspraak van de geheimhoudingskamer van Hof Arnhem-Leeuwarden niet-ontvankelijk. Deze tussenuitspraak is namelijk niet een uitspraak waartegen beroep in cassatie kan worden ingesteld.
Samenvatting
Naar aanleiding van een tip dat X helemaal niet naar Zwitserland is geëmigreerd, legt de inspecteur een navorderingsaanslag IB/PVV 2011 op aan X. Hangende de beroepsprocedure legt de inspecteur stukken over en doet daarbij een beroep op (gedeeltelijke) geheimhouding. De geheimhoudingskamer van Rechtbank Gelderland oordeelt dat de beperking van de kennisneming van de stukken en daarmee de geheimhouding van de identiteit van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.