JWB 2015/26
Insolventierecht, huur, roerende zaak, prejudiciële vraag
HR 09-01-2015, ECLI:NL:HR:2015:42
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 januari 2015
- Zaaknummer
14/03426
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:42, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑01‑2015
ECLI:NL:PHR:2014:2274, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑12‑2014
- Wetingang
Art. 392 Rv; art. 39 lid 1 Fw
Essentie
Insolventierecht, huur, roerende zaak, prejudiciële vraag
Samenvatting
Casus
Tussen de eiseres en de vennootschap waarvan de verweerder de faillissementscurator is, is een huurovereenkomst tot stand gekomen. Ingevolge deze overeenkomst heeft de inmiddels gefailleerde vennootschap bekistingsmateriaal van de eiseres gehuurd. De verweerder als faillissementscurator heeft de overeenkomst niet opgezegd. De eiseres bleef het bekistingsmateriaal ter beschikking stellen. Nadat de verweerder het bekistingsmateriaal heeft laten demonteren. De eiseres heeft de overeenkomst opgezegd en het bekistingsmateriaal opgehaald. Zij heeft zich op het standpunt gesteld dat haar huurvorderingen als boedelvorderingen in de zin van art. 39 Fw moeten worden aangemerkt. De kantonrechter heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.