Gst. 2013/43
Beschermd landschapsgezicht, gemeentelijk landschapsmonument, autonome verordenende bevoegdheid, aanvullingsbevoegdheid, uitputtendheid, motieftheorie, doorkruising.
ABRvS 09-01-2013, ECLI:NL:RVS:2013:BY7985, m.nt. S.A.J. Munneke
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
9 januari 2013
- Magistraten
Mrs. J.H. van Kreveld, E. Helder en R. Uylenburg
- Zaaknummer
201107478/1/A4
201107480/1/A4.
- Noot
S.A.J. Munneke
- LJN
BY7985
- JCDI
JCDI:ADS914058:1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Bestuursbevoegdheden
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2013:BY7985, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 09‑01‑2013
- Wetingang
Essentie
Beschermd landschapsgezicht, gemeentelijk landschapsmonument, autonome verordenende bevoegdheid, aanvullingsbevoegdheid, uitputtendheid, motieftheorie, doorkruising.
Samenvatting
De door de rechtbank aangehaalde passages uit de wetsgeschiedenis van de Natuurbeschermingswet 1998 bieden volgens de Afdeling geen aanknopingspunten voor het oordeel dat de wetgever met de regeling in hfdst. IV Nb-wet 1998 een uitputtende regeling heeft willen treffen. De geschiedenis van de totstandkoming van deze regeling biedt ook overigens geen steun voor dat oordeel. De enkele omstandigheid dat de wetgever de bevoegdheid tot aanwijzing van een landschap als beschermd landschapsgezicht aan het college van gedeputeerde staten heeft toegekend, betekent voorts niet dat de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.