Prg. 2020/99
Drie tijdelijke arbeidsovereenkomsten worden opgevolgd door uitzendovereenkomst, echter alleen om de bescherming van de ketenregeling te omzeilen. Hof heeft terecht geoordeeld dat geen sprake is van uitzendovereenkomst, maar van vierde arbeidsovereenkomst met werkgever.
HR 21-02-2020, ECLI:NL:HR:2020:312
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 februari 2020
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, M.V. Polak, C.E. du Perron, H.M. Wattendorf, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
18/04679
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:312, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑02‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1217, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑11‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑11‑2018
- Wetingang
Art. 7:668a (oud) BW
Essentie
Arbeidsrecht. Tijdelijke arbeidsovereenkomsten worden opgevolgd door tijdelijke uitzendovereenkomst bij payrollbedrijf. De werkzaamheden zijn ongewijzigd voortgezet voor de oorspronkelijke werkgever. Is arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met oorspronkelijke werkgever ontstaan?
Ja. Uitzendovereenkomst is slechts geconstrueerd om bescherming van ketenregeling te omzeilen.
Samenvatting
Chauffeur sluit na drie tijdelijke arbeidsovereenkomsten een uitzendovereenkomst, maar blijft dezelfde werkzaamheden voor dezelfde werkgever verrichten. Chauffeur vordert verklaring voor recht dat arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is ontstaan. De kantonrechter stelt chauffeur in het gelijk. Volgens het hof is de payroll-constructie gehanteerd voor het enkele doel om onder de bescherming van de ketenregeling uit te komen en is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.