Einde inhoudsopgave
Richtlijn 92/29/EEG betreffende de minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid ter bevordering van een betere medische hulpverlening aan boord van schepen
Artikel 3 Antidota
Geldend
Geldend vanaf 10-04-1992
- Bronpublicatie:
31-03-1992, PbEG 1992, L 113 (uitgifte: 30-04-1992, regelingnummer: 92/29/EEG)
- Inwerkingtreding
10-04-1992
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-03-1992, PbEG 1992, L 113 (uitgifte: 30-04-1992, regelingnummer: 92/29/EEG)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Vervoersrecht / Binnenvaart
Vervoersrecht / Zeevervoer
Gezondheidsrecht / Zorg en ziektekosten
Elke Lid-Staat neemt de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat:
- 1.
elk schip dat zijn vlag voert of onder zijn volledige rechtsmacht geregistreerd is en een of meer van de in bijlage III genoemde gevaarlijke stoffen vervoert, over de medische uitrusting beschikt die ten minste de in bijlage II, afdeling III, genoemde antidota omvatten;
- 2.
schepen van het type veerboot die zijn vlag voeren of onder zijn volledige rechtsmacht geregistreerd zijn en waarbij als gevolg van de exploitatievoorwaarden de aard van de vervoerde gevaarlijke stoffen niet altijd tijdig van tevoren bekend kan zijn, in de medische uitrusting steeds ten minste alle in bijlage II, afdeling III, genoemde antidota aan boord hebben.
Bij overtochten op een lijnverbinding met een duur van minder dan twee uur mag evenwel worden volstaan met de antidota die in zeer dringende gevallen moeten worden toegediend en wel binnen een termijn die de normale duur van de overtocht niet overschrijdt;
- 3.
de inhoud van de medische uitrusting, voor wat betreft de antidota, wordt opgenomen in een controledocument dat minstens voldoet aan de in bijlage IV, delen A, B en C, punt II.3, bedoelde algemene checklist.