NJ 2013/159
Poging of voltooide diefstal?
HR 22-03-2011, ECLI:NL:HR:2011:BP2627, m.nt. P.A.M. Mevis
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 maart 2011
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan, C.H.W.M. Sterk, M.A. Loth
- Zaaknummer
09/01652
- Conclusie
A-G mr. W.H. Vellinga
- Noot
P.A.M. Mevis
- LJN
BP2627
- JCDI
JCDI:ADS127337:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht (V)
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BP2627, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑03‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BP2627, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑01‑2011
- Wetingang
Essentie
Voor diefstal is onder meer vereist dat dader zich een zodanige feitelijke heerschappij over het goed heeft verschaft dan wel dit zodanig aan de feitelijke heerschappij van de rechthebbende heeft onttrokken dat de wegneming als voltooid kan gelden. Het hof kon oordelen dat de verdachte door de zaagmachine en kabel te plaatsen op de laadvloer van zijn op het bouwterrein geparkeerde vrachtwagen, zich een zodanige feitelijke heerschappij over die goederen heeft verschaft dat de wegneming daarvan — in de zin van art. 310 Sr — was voltooid.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.