NJB 2011, 687
EEX-Verordening. Verlof tenuitvoerlegging buitenlandse beslissing. De rechtbank geeft geen inhoudelijk oordeel over de vraag of de Duitse rechter zich terecht bevoegd heeft verklaard, omdat tegen die beslissing in Duitsland geen rechtsmiddelen zijn ingesteld. HR: De rechtbank diende het beroep op schending door de Duitse rechter van art. 22, aanhef en onder 1, EEX-Verordening zelfstandig en inhoudelijk te beoordelen.
HR 18-03-2011, ECLI:NL:HR:2011:BP1765
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
18 maart 2011
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem- Spapens, A. Hammerstein, W.A.M. van Schendel en C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
10/01775
- Conclusie
A-G mr. L. Strikwerda
- LJN
BP1765
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Europees burgerlijk procesrecht
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BP1765, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑03‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BP1765, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑01‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑07‑2010
- Wetingang
Essentie
EEX-Verordening. Verlof tenuitvoerlegging buitenlandse beslissing. De rechtbank geeft geen inhoudelijk oordeel over de vraag of de Duitse rechter zich terecht bevoegd heeft verklaard, omdat tegen die beslissing in Duitsland geen rechtsmiddelen zijn ingesteld. HR: De rechtbank diende het beroep op schending door de Duitse rechter van art. 22, aanhef en onder 1, EEX-Verordening zelfstandig en inhoudelijk te beoordelen.
Partij(en)
Y, adv. mr. J.P. Heering,
tegen X, adv. mr. E.H. van Staden ten Brink.
Uitspraak
Procesverloop
In dit geding heeft X verlof gevraagd tot tenuitvoerlegging in Nederland van een Urteil van het Landgericht Berlin van 21 augustus 2008. Bij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.