Einde inhoudsopgave
Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek, en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond
Artikel 6
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2004
- Bronpublicatie:
16-04-2003, Trb. 2003, 74 (uitgifte: 27-05-2003, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-05-2004, Trb. 2004, 119 (uitgifte: 14-05-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
De door de Gemeenschap of uit hoofde van artikel 24 of artikel 38 van het EU-Verdrag met een of meer derde Staten, met een internationale organisatie dan wel met een onderdaan van een derde Staat gesloten of voorlopig toegepaste overeenkomsten of akkoorden, zijn verbindend voor de nieuwe lidstaten, en wel onder de in de oorspronkelijke Verdragen en in deze Akte neergelegde voorwaarden.
2.
De nieuwe lidstaten verbinden zich ertoe onder de in deze Akte neergelegde voorwaarden toe te treden tot de door de huidige lidstaten en de Gemeenschap gezamenlijk gesloten of voorlopig toegepaste overeenkomsten of akkoorden, alsmede tot de door deze Staten gesloten overeenkomsten die verband houden met deze overeenkomsten of akkoorden.
De toetreding van de nieuwe lidstaten tot de in lid 6 genoemde overeenkomsten of akkoorden alsmede tot de overeenkomsten met Belarus, China, Chili, de Mercosur en Zwitserland die gezamenlijk zijn gesloten of ondertekend door de Gemeenschap en haar lidstaten, wordt geregeld door de sluiting van een protocol bij die overeenkomsten of akkoorden door de Raad, handelend met eenparigheid van stemmen namens de lidstaten, en het (de) betrokken derde land(en) of internationale organisatie. Deze procedure geldt onverminderd de eigen bevoegdheden van de Gemeenschap en laat de verdeling van bevoegdheden tussen de Gemeenschap en de lidstaten op het gebied van de sluiting van dergelijke overeenkomsten in de toekomst dan wel andere, niet met de toetreding verband houdende wijzigingen onverlet. De Commissie voert namens de lidstaten onderhandelingen over deze protocollen, op basis van door de Raad met eenparigheid van stemmen goedgekeurde onderhandelingsrichtsnoeren en in overleg met een comité bestaande uit vertegenwoordigers van de lidstaten. De Commissie dient een ontwerp van de te sluiten protocollen in bij de Raad.
3.
Vanaf hun toetreding tot de in lid 2 bedoelde overeenkomsten en verdragen, verwerven de nieuwe lidstaten dezelfde rechten en verplichtingen uit hoofde van die overeenkomsten en akkoorden als de huidige lidstaten.
4.
Bij deze Akte treden de nieuwe lidstaten toe tot de Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van Staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds1), ondertekend te Cotonou op 23 juni 2000.
5.
De nieuwe lidstaten verbinden zich ertoe onder de in deze Akte neergelegde voorwaarden toe te treden tot de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte2), zulks overeenkomstig artikel 128 van die Overeenkomst.
6.
Vanaf de datum van toetreding, en in afwachting van de sluiting van de nodige protocollen als bedoeld in lid 2, passen de nieuwe lidstaten de bepalingen toe van de overeenkomsten die door de huidige lidstaten, gezamenlijk met de Gemeenschap, zijn gesloten met Algerije, Armenië, Azerbeidzjan, Bulgarije, Kroatië, Egypte, de VJRM, Georgië, Israël, Jordanië, Kazachstan, Kirgizië, Libanon, Mexico, Moldavië, Marokko, Roemenië, de Russische Federatie, San Marino, Zuid-Afrika, Zuid-Korea, Syrië, Tunesië, Turkije, Turkmenistan, Oekraïne en Oezbekistan, evenals het bepaalde in andere overeenkomsten die voor de toetreding door de huidige lidstaten, gezamenlijk met de Gemeenschap, zijn gesloten.
Eventuele aanpassingen van die overeenkomsten zullen het onderwerp vormen van met de medeovereenkomstsluitende landen te sluiten protocollen overeenkomstig lid 2, tweede alinea. Indien de protocollen niet zijn gesloten op de datum van toetreding, nemen de Gemeenschap en de lidstaten, in het kader van hun respectieve bevoegdheden, de noodzakelijke maatregelen om op het tijdstip van de toetreding het hoofd te bieden aan die situatie.
7.
Onmiddellijk bij de toetreding worden de door de Gemeenschap met derde landen gesloten bilaterale textielovereenkomsten en -regelingen in de nieuwe lidstaten toegepast.
De door de Gemeenschap toegepaste kwantitatieve beperkingen op de invoer van textielproducten en kleding worden aangepast om rekening te houden met de toetreding van de nieuwe lidstaten tot de Gemeenschap. Te dien einde kan door de Gemeenschap met de betrokken derde landen nog voor de toetreding worden onderhandeld over wijzigingen van de bovengenoemde bilaterale overeenkomsten en regelingen.
Indien de wijzigingen van de bilaterale textielovereenkomsten en -regelingen nog niet in werking zijn getreden op de datum van toetreding, verricht de Gemeenschap de nodige aanpassingen van haar regels betreffende de invoer van textielproducten en kleding uit derde landen om rekening te kunnen houden met de toetreding van de nieuwe lidstaten tot de Gemeenschap.
8.
De door de Gemeenschap toegepaste kwantitatieve beperkingen op de invoer van staal en staalproducten worden aangepast op basis van de invoer van de nieuwe lidstaten over de afgelopen jaren van staalproducten van oorsprong uit de betrokken leverancierlanden.
Te dien einde wordt nog voor de toetreding onderhandeld over de nodige wijzigingen in de door de Gemeenschap met derde landen gesloten bilaterale overeenkomsten en regelingen op het gebied van staal.
Indien de wijzigingen van de bilaterale overeenkomsten en regelingen nog niet in werking zijn getreden op de datum van toetreding, is de eerste alinea van toepassing.
9.
Onmiddellijk bij de toetreding wordt het beheer van door de nieuwe lidstaten gesloten visserijovereenkomsten door de Gemeenschap waargenomen.
De rechten en plichten die voor de nieuwe lidstaten uit deze overeenkomsten voortvloeien, blijven onverlet gedurende een periode waarin de bepalingen van deze overeenkomsten voorlopig worden gehandhaafd.
Zo spoedig mogelijk, en in ieder geval vóór het verstrijken van de in de eerste alinea bedoelde overeenkomsten, stelt de Raad, in elk apart geval, op voorstel van de Commissie, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen de passende besluiten vast voor het voortduren van de daaruit voortvloeiende visserijactiviteiten, met inbegrip van de mogelijkheid om bepaalde van deze overeenkomsten met ten hoogste één jaar te verlengen.
10.
Met ingang van de datum van toetreding zeggen de nieuwe lidstaten elke vrijhandelsovereenkomst met derde landen, inclusief de Midden-Europese Vrijhandelsovereenkomst, op.
Voorzover de overeenkomsten tussen één of meer nieuwe lidstaten enerzijds, en één of meer derde landen anderzijds, niet verenigbaar zijn met de verplichtingen die voortvloeien uit deze Akte, treft de nieuwe lidstaat alle passende maatregelen om geconstateerde onverenigbaarheden weg te werken. Indien een nieuwe lidstaat moeilijkheden ondervindt om een overeenkomst aan te passen die vóór de toetreding is gesloten met één of meer derde landen, trekt zij zich terug uit die overeenkomst met inachtneming van de daarin vervatte voorwaarden.
11.
Bij deze Akte en onder de daarin neergelegde voorwaarden treden de nieuwe lidstaten toe tot de interne overeenkomsten welke door de lidstaten werden gesloten met het oog op de toepassing van de in lid 2 en de leden 4 tot en met 6 bedoelde overeenkomsten en akkoorden.
12.
De nieuwe lidstaten treffen de passende maatregelen om zo nodig hun positie ten aanzien van internationale organisaties en internationale overeenkomsten waarbij de Gemeenschap of andere lidstaten eveneens partij zijn, aan te passen aan de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit hun toetreding tot de Unie.
Met name zeggen zij, op de datum van toetreding of zo spoedig mogelijk daarna, de internationale visserijovereenkomsten en hun lidmaatschap van internationale visserijorganisaties op waarbij ook de Gemeenschap partij is, tenzij hun lidmaatschap geen verband houdt met visserijzaken.