NJ 1927, p. 403
HR, 04-11-1926
HR 04-11-1926, ECLI:NL:HR:1926:96
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
4 november 1926
- Magistraten
Mrs. Bosch, Visser, van den Dries, Schepel en van Gelein Vitringa.
- Zaaknummer
[04111926/NJ_1927,_p._403]
- Conclusie
Mr. Noyon
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS122574:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1926:96, Uitspraak, Hoge Raad, 04‑11‑1926
- Wetingang
Samenvatting
[Beteekening van een verstek-echtscheidingsvonnis aan de vrouw (gedaagde) op de wijze van art. 4, 7° Rv. Verzet van deze tegen het vonnis. Verweer van den man (geopposeerde) dat het vonnis reeds krachtens art. 82 Rv. was tenuitvoergelegd. Bewering van opposante dat zij wèl een bekende verblijfplaats had. Bewijsoplegging door de Rechtb. aan den man dat zijn wederpartij ten dage der beteekening van het verstekvonnis geen bekende verblijfplaats binnen het Koninkrijk had. Vernietiging van het vonnis door het Hof op grond: dat aan alle vereischten van art. 82 Rv. was voldaan, nu in het verstekvonnis formeel is aangenomen dat opposante ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.