Hof Amsterdam, 26-10-2021, nr. 23-002017-20
ECLI:NL:GHAMS:2021:3228
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
26-10-2021
- Zaaknummer
23-002017-20
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHAMS:2021:3228, Uitspraak, Hof Amsterdam, 26‑10‑2021; (Hoger beroep)
Cassatie: ECLI:NL:HR:2023:1474
Uitspraak 26‑10‑2021
Inhoudsindicatie
OM-appel na vrijspraak. Veroordeling in hb voor ontucht met minderjarige leerling door docent middelbare school. Voldoende steunbewijs voor seksuele relatie in tenlastegelegde periode. 6 maanden gevangenisstraf waarvan 5 voorwaardelijk, taakstraf 180 uren
afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002017-20
datum uitspraak: 26 oktober 2021
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland (locatie Haarlem) van 3 september 2020 in de strafzaak onder parketnummer 15-257311-18 tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag 1] 1963,
adres: [adres]
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 12 oktober 2021 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv), naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Het openbaar ministerie heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en de raadsman naar voren hebben gebracht.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij - als docent - op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 9 september 2016 tot en met 1 juni 2017 in Haarlem en/of Alkmaar en/of Velserbroek en/of Velsen-Zuid en/of Berlijn, in elk geval in Nederland en/of in Duitsland ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg, opleiding en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige [benadeelde] , geboren op [geboortedag 2] 1999, door (telkens)
- voornoemde [benadeelde] te (tong)zoenen en/of
- voornoemde [benadeelde] te vingeren en/of
- de vagina van voornoemde [benadeelde] te likken met zijn, verdachtes tong en/of
- zich te laten pijpen door voornoemde [benadeelde] en/of
- de borsten, althans het lichaam van voornoemde [benadeelde] te betasten en/of
- de vagina van voornoemde [benadeelde] te penetreren met zijn, verdachtes penis.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de rechtbank.
Nadere bewijsoverweging
Het standpunt van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot bewezenverklaring van het tenlastegelegde en heeft daartoe aangevoerd dat de verklaringen van de aangeefster betrouwbaar zijn en voldoende steun vinden in andere bewijsmiddelen.
De gevoerde verweren
De raadsman van de verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep vrijspraak bepleit. Daartoe is aangevoerd dat er vraagtekens te zetten zijn bij de geloofwaardigheid en betrouwbaarheid van de verklaringen van de aangeefster, met name gelet op het ‘vreemde verhaal’ dat zij heeft verteld over een avond op schoolreis in Berlijn. Daarnaast is er voor de verklaringen van de aangeefster voor zover deze inhouden dat zij met de verdachte een seksuele relatie heeft gehad gedurende de tijd dat zij nog op school zat en minderjarig was – onder verwijzing naar het bepaalde in artikel 342, tweede lid, Sv en de vaste rechtspraak van de Hoge Raad op dit punt – onvoldoende redengevend steunbewijs aanwezig.
Het hof overweegt als volgt.
Het hof stelt voorop dat zedenzaken zich doorgaans kenmerken door het feit dat er slechts twee personen aanwezig waren bij de tenlastegelegde seksuele handelingen: het veronderstelde slachtoffer en de veronderstelde dader. De casus van deze zaak laat zich kenmerken door de omstandigheid dat de verdachte gedurende de tenlastegelegde periode muziekdocent was op de middelbare school van de toen nog minderjarige aangeefster, op die school aan de aangeefster muziekles gaf en voorts de aangeefster in haar examenjaar (te weten: het schooljaar 2016-2017, in de tenlastegelegde periode) heeft begeleid bij een profielwerkstuk en bovendien ook haar mentor was. Dat de verdachte met de aangeefster veelvuldig contact onderhield – in persoon en via de telefoon – staat voor eenieder vast. Dat de verdachte en de aangeefster op enig moment een seksuele relatie hebben gehad, staat in de onderhavige zaak eveneens niet ter discussie, ook niet voor de verdediging.
De door het hof te beantwoorden hamvraag is evenwel of deze relatie zich heeft afgespeeld in de tenlastegelegde periode (de lezing van de aangeefster), of dat deze pas was begonnen nadat de aangeefster op [geboortedag 2] 2017 meerderjarig was geworden en de school reeds had verlaten (de lezing van de verdachte).
Betrouwbaarheid verklaringen aangeefster
Het hof ziet allereerst geen reden om te twijfelen aan de verklaringen van de aangeefster, en dus ook niet als het gaat over de periode waarin de seksuele handelingen hebben plaatsgevonden. De aangeefster heeft gedetailleerde verklaringen afgelegd over de verrichte seksuele handelingen en de momenten waarop die hebben plaatsgevonden. Deze verklaringen zijn naar het oordeel van het hof op hoofdlijnen consistent en komen authentiek over. Hetgeen door de verdediging is aangevoerd ter zake van de geloofwaardigheid en betrouwbaarheid van haar verklaringen – meer in het bijzonder omtrent het nuttigen van wijn op het schoolreisje in Berlijn in september 2016 - doet hier naar het oordeel van het hof niet aan af. Voorts is het hof ook niet gebleken van enig motief zijdens de aangeefster om in strijd met de waarheid over haar relatie met de verdachte en de periode waarin deze heeft plaatsgevonden te verklaren, te meer niet nu zij zelf degene is geweest die de relatie uiteindelijk heeft verbroken. Het hof is dan ook van oordeel dat de verklaringen van de aangeefster betrouwbaar zijn en tot het bewijs kunnen worden gebezigd.
Steunbewijs
Anders dan de verdediging en de rechtbank, is het hof van oordeel dat het dossier genoeg steunbewijs biedt voor de lezing van de aangeefster, inhoudende dat er – kort gezegd – sprake was van een seksuele relatie tussen haar en de verdachte in de tenlastegelegde periode. Hetgeen de aangeefster heeft verklaard over wat er tussen haar en de verdachte heeft plaatsgevonden in het kader van de verhouding die zij met hem had, staat naar het oordeel van het hof beslist niet op zichzelf, maar vindt voldoende steun in ander bewijsmateriaal. Zo vindt de verklaring van de aangeefster, dat zij vanaf september 2016 tot januari 2018 een seksuele relatie met de verdachte onderhield en hem onder meer in de schoolperiode 2016-2017 naaktfoto’s heeft gestuurd, steun in een proces-verbaal van bevindingen waarin de politie heeft beschreven dat de op de telefoon van de aangeefster aangetroffen naaktfoto’s op 24 januari 2017 en 26 januari 2017 verzonden zouden kunnen zijn en in de verklaring van de verdachte zelf, zoals afgelegd bij de politie, dat hij naaktfoto’s van de aangeefster heeft ontvangen toen zij nog minderjarig was en nog op school zat. Ook biedt de frequente privécommunicatie en het belgedrag tussen de verdachte en de aangeefster in de tenlastegelegde periode ondersteuning aan de lezing van de aangeefster. In het bijzonder biedt daarvoor steun de inhoud van de chatberichten via WhatsApp in de periode van 28 februari 2017 tot en met 2 maart 2017. De inhoud van deze berichten biedt veel meer steun voor de lezing van de aangeefster dat er gedurende de tenlastegelegde periode sprake was van een seksuele relatie, terwijl de inhoud daarvan veel moeilijker valt te rijmen met de door de verdachte geschetste lezing inhoudende dat daarvan geen sprake was, maar dat hun relatie slechts vriendschappelijk was. Voorts biedt ook de verklaring van de verdachte, inhoudende dat hij de aangeefster in de loop van het examenjaar huiswerk heeft gegeven bestaande uit het advies om thuis te oefenen met masturberen, steun aan de lezing die de aangeefster geeft van hetgeen gedurende haar examenjaar tussen haar en de verdachte is voorgevallen. Dit geldt tenslotte ook voor verdachtes verklaring voor zover inhoudende dat hij tijdens het schooljaar op een vrijdagavond bij de aangeefster thuis op bezoek is gegaan terwijl hij wist dat haar ouders niet thuis waren, zonder – ook niet ten overstaan van het hof – aan te kunnen geven wat de redenen van dat bezoek zijn geweest.
Conclusie
Het hof is gezien dit alles van oordeel dat de verdachte als docent en mentor een seksuele relatie met de destijds minderjarige aangeefster heeft gehad en acht het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen.
Bewijsmiddelen
1. Een proces-verbaal van aangifte met nummer PL1100-2018010001-1 van 2 februari 2018, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 2] [doorgenummerde pagina’s 18-28].
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op die datum afgelegde verklaring van de aangeefster [benadeelde] , geboren op [geboortedag 2] 1999:
Ik wil aangifte doen van seksueel misbruik tegen [verdachte] . Hij is 55 jaar oud. Hij woont in [plaats 1] . Ik noem hem meneer omdat hij mijn docent is. Het feit heeft plaatsgevonden in de periode september 2016 tot en met december 2017, bij mij thuis, bij hem thuis, in de auto en op de school het [school] .
Ik had niet zo'n leuke thuissituatie en was depressief dus ik zocht naar een vertrouwenspersoon. Mijn muziekdocent (het hof begrijpt: de verdachte), nam de taken van mijn mentor over.
Ik begon hem steeds meer te vertrouwen en wij kregen steeds een betere band. Dat was in september 2016, toen zat ik al in de [klas] klas van het [school] . Wij waren in Berlijn en hij was met twee anderen mee als begeleider. Ik kreeg daar een dip, was depressief en wilde naar mijn kamer. Ik kreeg de kamer niet open en mijn kamergenoot lag in de kamer te slapen. De anderen waren in de stad aan het feesten. Meneer (het hof begrijpt: de verdachte) stelde voor om mee te gaan naar zijn kamer totdat de anderen terug zouden zijn. Hij begon toen aan mij te zitten en gaf mij een kus. Ik werd gebeld door mijn kamergenote. Ik ging naar beneden en hij liet mij beloven dat ik het aan niemand zou vertellen. Het was een gewone kus met de mond, nog niet met de tong. Hij zoende mij op mijn mond. Dat was het in Berlijn en daar begon het mee.
Altijd als wij elkaar op school zagen gaven wij elkaar een knuffel en hij wilde ook dat wij elkaar een zoen op de mond gaven. Ik deed eraan mee en zoende terug. In oktober 2016 gaf hij mij spontaan een zoen met de tong. Ik was toen in het [plek 1] van de school.
Ik denk dat het november 2016 was dat hij zijn hand plotseling in mijn broek deed. Hij zei dat hij het raar vond dat ik nog nooit aan mijzelf had gezeten. Ik kreeg als huiswerk mee dat ik aan mijzelf moest zitten. Hij noemde het vingeroefeningen. Hij zei dit expres met de bedoeling dat ik mijzelf zou vingeren. Hij heeft het uitgelegd wat ik moest doen. Hij maakte het vingeren voor mij duidelijk door het bij mij voor te doen. Hij stond achter mij en deed zijn hand, tijdens het voordoen, in mijn broek en onderbroek zonder te vragen.
In november 2016 heb ik hem bij mij thuis uitgenodigd. Toen heeft hij mij gebeft. Dit gebeurde in mijn slaapkamer.
In februari 2017 hadden wij afspraakjes in de auto en ook bij hem thuis. Ik zou naar een parkeerplek gaan, gelegen in [plaats 2] . Ik ben op een vrijdag rond 16.30 uur daarheen gegaan. Wij spraken eerst met elkaar, daarna gingen wij de achterbak van de auto in. Eerst gaven wij elkaar kusjes en hij gaf dan aan dat hij niet langer kon wachten en hij trok mijn broek uit. Ook mijn onderbroek trok hij gelijk uit en hij ging mij beffen. Dat wisselde hij dan af met vingeren. Hij trok daarop ook zijn broek uit en toen hadden wij seks. Hij penetreerde mij met zijn penis en dat duurde een paar minuten en hij kwam klaar. Ik denk dat ik misschien wel dertig keer gemeenschap met hem heb gehad in de auto.
Aan het einde van de [klas] klas is er is verandering gekomen voor wat betreft de seks. Het was een seksuele relatie. Wij zagen elkaar best vaak. Hij begeleidde mij ook met mijn profielwerkstuk, zeker vijf keer in de week zag ik hem op school. Buiten school zag ik hem een à twee keer om de week en soms nog een derde keer. Op school is er in die jaren alleen sprake geweest van
orale seks, dus van 2016 tot mei 2017. Hij likte mij bij mijn vagina. Hij wilde uiteindelijk dat ik hem ging pijpen. Dat is ongeveer drie keer gebeurd. Het pijpen heeft plaatsgevonden in de examenperiode. Toen ik op school zat vingerde hij mij in het [plek 1] , in de [plek 1]
. Dat was na schooltijd als ik met hem mijn profielwerkstuk behandelde. Ook heeft hij mij daar gebeft. Er was ook sprake van zoenen, tongzoenen en betasten van mijn lichaam waaronder mijn borsten. In de periode dat ik nog op school zat is er buiten school sprake geweest van orale seks, vaginale seks, zoenen en betasten bij hem thuis en in de auto.
2. Een proces-verbaal van verhoor aangeefster met nummer PL1100-2018010001-7 van 28 februari 2018, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 2] en [verbalisant 3] [doorgenummerde pagina’s 30-34].
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op die datum afgelegde verklaring van de aangeefster [benadeelde] :
Ik sta op de foto’s, ik ben hierop naakt te zien. Ik heb deze foto's gestuurd naar [verdachte] . Ik heb op meerdere momenten foto's gestuurd. Ik had sinds september 2016 een relatie met hem. Ik zat toen nog op school en zat bij hem in de klas. Ik verliet school in augustus 2017. Ik heb dus in mijn schooltijd van september 2016 tot en met augustus 2017 een relatie gehad met meneer [verdachte] . Maar de relatie ging hierna door, en ik heb deze beëindigd in januari 2018. Ik heb zowel tijdens mijn schoolperiode als na mijn schoolperiode foto's gemaakt van mijzelf en deze ook verstuurd naar meneer [verdachte] .
3. Een proces-verbaal van bevindingen van 17 september 2018, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 3] met bijlagen [doorgenummerde pagina’s 118-131].
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisant:
ONDERZOEK GEGEVENSDRAGERS [benadeelde]
Aantreffen naaktfoto’s [benadeelde]
Gedurende het onderzoek aan de data van de telefoon voornoemd zag ik, verbalisant,
twee naaktfoto’s van de aangeefster [benadeelde] waarbij zij zichzelf in een badkamer naakt
gefotografeerd had via de badkamerspiegel, namelijk 1 afbeelding van [benadeelde] met een
naakt bovenlichaam en een donkere broek aan waarbij de gulp openstond en 1 afbeelding waarbij
zij volledig naakt in beeld kwam tot aan haar knieën.
De afbeeldingen hadden het volgende looppad en bestandsnaam:
• USERDATA ( [bestandsnaam 1]
. (foto [benadeelde] volledig naakt)
• USERDATE ( [bestandsnaam 2]
. (foto [benadeelde] half naakt)
Gezien de bestandsnamen in de looppaden, waarin de bestandsnamen IMG- [bestandsnaam 1] en IMG- [bestandsnaam 2] zijn gekoppeld aan de naaktfoto's van [benadeelde] , zou het kunnen zijn dat deze naaktfoto’s zijn verzonden via WhatsApp (WhatsAppimages/Sent) op 24 en 26 januari 2017.
Vervolgonderzoek overige gegevensdragers loggings, chats en e-mails verdachte [verdachte] :
Gedurende het onderzoek heb ik, verbalisant, onderzoek verricht naar de data op de overige gegevensdragers (het hof begrijpt: van de verdachte), waaronder de volgende goederen:
A.01.01.001 Apple computer grijs MACbookpro (A.01.01.001)
A.04.01.002 Imac grijs iMAC (A.04.01.002)
Uit dit onderzoek zijn de volgende resultaten naar voren gekomen:
IOS Call Logging (oproep data overzicht) tussen de verdachte [verdachte] en de aangeefster [benadeelde] ;
Chat (WhatsApp) tussen de verdachte [verdachte] en de aangeefster [benadeelde] .
iOS Call logging
Ik, verbalisant, trof in de gegevensdragers een oproeplijst van belgeschiedenis met de zoekslag “ [telefoonnummer] ” (telefoonnummer destijds van de aangeefster [benadeelde] ). Te zien was dat er geregeld belcontact is geweest tussen de verdachte [verdachte] en de aangeefster [benadeelde] in de periode september 2016 tot en met maart 2017, overeenkomend met de periode van het laatste schooljaar van de aangeefster [benadeelde] .
Chats (WhatsApp)
Ik, verbalisant, trof in de gegevensdragers meerdere WhatsApp chats aan, waar de verdachte [verdachte]
staat met de aanhef “ [aanhef 1] ” en waarin de aangeefster [benadeelde] staat met de aanhef [aanhef 2] ( [benadeelde] ).
Ik, verbalisant, trof een privé chat aan tussen de verdachte [verdachte] en de aangeefster [benadeelde] , welke is verstuurd in de periode 28 februari 2017 om 18:20:31 uur tot en met 2 maart 2017 (overeenkomend met het de periode van het laatste schooljaar van de aangeefster [benadeelde] ). De tijdstippen zijn voornamelijk buiten schooltijd, met als laatste tijdstip 22:06:08 op 2 maart 2017. In deze chat wordt gevraagd door [benadeelde] aan meneer [verdachte] dat als zij zijn “side chick” niet is hoe zij dan door hem genoemd moet worden, waarop meneer [verdachte] antwoordt met “First chick?”. Te lezen is dat [benadeelde] en meneer [verdachte] aan elkaar denken, ze wensen elkaar welterusten en dat [benadeelde] zegt dat zij gek op hem is. Meneer [verdachte] stuurt in die chat [benadeelde] twee keer een lippensymbool (kus) en [benadeelde] stuurt meneer [verdachte] twee keer een hartjessymbool.
ZOEKSLAG TELEFOONNUMMER “ [telefoonnummer] ”; TELEFOONNUMMER [benadeelde] (bron: iMAC A.04.01.002)
[nummer 1] iOS Call Logs Mobile 28-9-2016 11:21:38
[nummer 2] iOS Call Logs Mobile 12-2-2017 12:14:09
[nummer 3] iOS Call Logs Mobile 2-3-2017 11:56:21
[nummer 4] iOS Call Logs Mobile 2-3-2017 1 1:56:21
[nummer 4] iOS Call Logs Mobile 8-12-2016 14:19:02
[nummer 4] iOS Call Logs Mobile 23-12-2016 14:47:52
[nummer 4] iOS Call Logs Mobile 12-2-2017 12:14:09
[nummer 4] iOS Call Logs Mobile 23-12-2016 14:41:57
[nummer 4] iOS Call Logs Mobile 23-11-2016 12:23:19
[nummer 4] iOS Call Logs Mobile 12-2-2017 12:17:03
[nummer 4] iOS Call Logs Mobile 8-12-2016 15:10:45
[nummer 3] iOS Call Logs Mobile 31-3-2017 11:07:17
[nummer 4] iOS Call Logs Mobile 22-2-2017 15:04:10
[nummer 4] iOS Call Logs Mobile 26-11-2016 05:37:52
[nummer 4] iOS Call Logs Mobile 8-12-2016 15:09:15
[nummer 4] iOS Call Logs Mobile 31-3-2017 11:07:17
[nummer 4] iOS Call Logs Mobile 25-11-2016 14:31:27
[nummer 4] iOS Call Logs Mobile 9-12-2016 13:59:11
[nummer 4] iOS Call Logs Mobile 1-1-2017 12:05:56
[nummer 4] iOS Call Logs Mobile 12-2-2017 12:20:35
[nummer 4] iOS Call Logs Mobile 26-11-2016 05:37:52
[nummer 4] iOS Call Logs Mobile 22-2-2017 15:14:45
[nummer 4] iOS Call Logs Mobile 25-11-2016 14:31:27
[nummer 4] iOS Call Logs Mobile 23-12-2016 14:41:57
[nummer 4] iOS Call Logs Mobile 14-9-2016 21:43:56
[nummer 4] iOS Call Logs Mobile 8-12-2016 14:58:19
[nummer 4] iOS Call Logs Mobile 8-12-201614:19:02
[nummer 4] iOS Call Logs Mobile 12-2-2017 12:20:35
[nummer 4] iOS Cell Logs Mobile 22-2-2017 15:14:45
[nummer 4] iOS Call Logs Mobile 22-2-2017 15:04:10
[nummer 4] iOS Call Logs Mobile 9-12-2016 13:59:11
[nummer 4] iOS Call Logs Mobile 2-3-2017 11:56:21
[nummer 4] iOS Call Logs Mobile 12-2-2017 12:17:03
Whatsapp gesprek tussen [benadeelde] en [verdachte] periode 28 februari 2017 tot en met 2 maart 2017
[aanhef 2] ( [benadeelde] ) 28-2-2017 21:10:23
Dobranoc ☽
Me 28-2-2017 21:15:47
[aanhef 2] ( [benadeelde]) 1-3-2017 11:05:33
Waar zie ik je zo?
[aanhef 2] ( [benadeelde] ) 1-3-2017 12:34:51
Zeg, als ik volgens jou je side chick niet ben, wat zou je me dan wel noemen?
Me 1-3-2017 13:29:50
First chick?
[aanhef 2] ( [benadeelde] ) 1-3-2017 16:57:15
Hoe was de vergadering?
Me 1-3-2017 17:13:59
Saai.
[aanhef 2] ( [benadeelde] ) 1-3-2017 17:20:25
Achossie Maar wel overleefd dus. Vanavond nog [plek 2] ? Veel plezier!
Me 1-3-2017 17:48:44
Dziękuję
[aanhef 2] ( [benadeelde] ) 1- 3-2017 21:43:02
Stodkich snów ♥
Me 2-3-2017 16:00:54
Dus je gaat niet naar het [plek 2] .
[aanhef 2] ( [benadeelde] 2-3-2017 16:09:34
Nee... Niemand die ik ken gaat. Plus daarbij, ik heb niet echt zin in een [plek 2] .
Ga jij wel naar het [plek 2] ?
Me 2-3-2017 16:14:23
Nope
[aanhef 2] ( [benadeelde]) 2-3-2017 16:16:19
Dus je hoefte niet te begeleiden? Dat is wel fijn. Ik ben vorig jaar wel gegaan maar ik voelde me
nogal ongemakkelijk. Dus in plaats daarvan naar de film! Wel jammer dat ik je dan niet even kan zien .
Me 2-3-2017 21:55:56
Slaap lekker zo.
[aanhef 2] ( [benadeelde] ) 2-3-2017 21:57:38
Jij ook. Tot maandag.
Me 2-3-2017 22:00:17
Dan pas?
[aanhef 2] ( [benadeelde] ) 2-3-2017 22:00:59
Ben bang van wel...
[aanhef 2] ( [benadeelde] ) 2-3-2017 22:02:04
Ik zal wel aan je denken.
Me 2-3-2017 22:03:13
Ja, natuurlijk! Ik ook aan jou.
[aanhef 2] ( [benadeelde] ) 2-3-2017 22:04:14
Ach mafkees, ik ben gek op je.
Moet je niet slapen?
Me 2-3-2017 22:05:54
Ja, ga nu. Trusten
[aanhef 2] ( [benadeelde] ) 2-3-2017 22:06:08
Sleep tight ♥
4. Een proces-verbaal van verhoor aangeefster met nummer PL1100-2018010001-12 van 19 november 2018, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 3] [doorgenummerde pagina’s 37-43]
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op die datum afgelegde verklaring van de aangeefster [benadeelde] :
V: Waar gaat het gesprek over met side chick en first chick over?
A: Ik kijk naar de datum en ik zie 1 maart 2017 staan. Voor de 28ste februari hadden wij al seks gehad. Omdat hij vertelde dat hij geen seks meer had met zijn vriendin was ik volgens hem dus niet zijn "side chick", daarmee bedoel ik dus een seksuele partner naast zijn huidige seksuele partner.
5. Een proces-verbaal van verhoor verdachte met nummer 2018010001 van 20 juni 2018, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 3] en [verbalisant 4] [doorgenummerde pagina’s 139 tot en met 153].
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op die datum afgelegde verklaring van de verdachte:
Ik werk op het [school] en ik geef muziekles. [benadeelde] is een meisje wat ik in de klas heb gehad. In haar laatste jaar (het hof begrijpt: het [klas] jaar) heb ik intensief contact met haar gehad. Ik werd haar mentor op haar verzoek. Er waren nogal wat problemen thuis. Er zijn intensieve gesprekken gevoerd. Zij vertrouwde mij en zij kon haar hart luchten. Ze had veel angsten. Op een gegeven moment was zij heel erg depressief.
Het klopt dat ik in september 2016 met school naar Berlijn ben geweest. Op een gegeven moment kwam [benadeelde] naar mij toe in mijn kamer. Zij kon niet meer naar haar kamer. Iemand lag te slapen in de kamer en de rest was weg. Uiteindelijk zei ik wel tegen haar dat zij niet tegen de meiden moest zeggen dat zij bij mij op de kamer was geweest. Zij is een half uur maximaal in mijn kamer geweest.
Het klopt dat ik [benadeelde] een soort “huiswerk” heb meegegeven. In de loop van de [klas] klas hebben we het over masturberen gehad, zij vond dat moeilijk en zij had het erover dat al haar vriendinnen dat deden en dat zij dat niet durfde. Ik zei: “Doe dat nou maar”. Ik zei: “waar doe je moeilijk over, wat kan het voor kwaad?”
V: Wanneer werd u voor het eerst uitgenodigd bij [benadeelde] thuis?
A: Ik ben daar wel geweest. Ik was daar op een vrijdagavond, denk ik. Zij was depressief. Ze zat nog in de [klas] klas. Er was verder niemand bij haar thuis. Ik weet niet meer waarover is gesproken.
Het klopt dat [benadeelde] blootfoto’s van zichzelf heeft verstuurd. Zij zat toen nog op school, ze was nog minderjarig. Het waren in ieder geval twee blootfoto’s.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij - als docent - in de periode van 9 september 2016 tot en met 1 juni 2017, in Nederland en in Duitsland ontucht heeft gepleegd met de aan zijn opleiding toevertrouwde minderjarige [benadeelde] , geboren op [geboortedag 2] 1999, door (telkens)
- voornoemde [benadeelde] te (tong)zoenen en
- voornoemde [benadeelde] te vingeren en
- de vagina van voornoemde [benadeelde] te likken met zijn, verdachtes tong en
- zich te laten pijpen door voornoemde [benadeelde] en
- de borsten, althans het lichaam van voornoemde [benadeelde] te betasten en
- de vagina van voornoemde [benadeelde] te penetreren met zijn, verdachtes penis.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert op:
ontucht plegen met een aan zijn opleiding toevertrouwde minderjarige, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
De verdachte is strafbaar, omdat geen omstandigheid aannemelijk is geworden die de strafbaarheid ten aanzien van het bewezenverklaarde uitsluit.
Oplegging van straf
De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken het ten laste gelegde feit.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden, waarvan zeven maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren, met als bijzondere voorwaarde een contactverbod met aangeefster [benadeelde] .
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich in zijn hoedanigheid van muziekdocent en mentor van het slachtoffer schuldig gemaakt aan ontucht met een aan zijn opleiding toevertrouwde leerling. De verdachte had een seksuele relatie met het minderjarige slachtoffer, terwijl zij in het [klas] jaar van het [school] zat. Het slachtoffer heeft de verdachte aangezocht als mentor omdat zij goed met de verdachte kon praten en hem vertrouwde. Daarbij kreeg het slachtoffer muziekles van de verdachte en begeleidde hij haar bij haar profielwerkstuk. De verdachte heeft door de bewezenverklaarde seksuele handelingen te verrichten de lichamelijke integriteit van het minderjarige slachtoffer geschonden en bovendien het vertrouwen dat een minderjarige leerling in een docent en in een volwassene mag hebben op grove wijze beschaamd. Het hof neemt het de verdachte kwalijk dat hij niet in staat is geweest professionele afstand tot zijn leerlinge te bewaren en onvoldoende acht heeft geslagen op het feit dat per definitie sprake was van een ongelijkwaardige verhouding tussen hem en zijn destijds 17-jarige leerlinge. In plaats daarvan heeft verdachte zich laten leiden door zijn eigen seksuele behoefte.
Ook ter terechtzitting in hoger beroep heeft de verdachte onvoldoende blijk gegeven enig inzicht te hebben in de (betekenis van de) gezagsverhouding die er tussen hem en de minderjarige bestond en de positie waarin hij de minderjarige heeft gebracht door haar buiten schooltijd WhatsAppberichten te sturen, door op een vrijdagavond naar haar huis te gaan terwijl haar ouders niet thuis waren, door haar advies te geven op het gebied van masturberen en door niet aan de bel te trekken op het moment dat zijn minderjarige leerling naaktfoto’s naar hem stuurt. De verdachte heeft de ongepaste buitenschoolse communicatie met het slachtoffer ter terechtzitting in hoger beroep afgedaan als een verstandhouding die ‘iets te persoonlijk en te vertrouwelijk’ is geworden, waarmee de verdachte heeft getoond het kwalijke van zijn gedrag niet daadwerkelijk in te zien en waarmee hij de verantwoordelijkheid die op hem rustte heeft miskend.
Naar het oordeel van het hof kan, gelet op de ernst van het bewezenverklaarde en het bij de verdachte geconstateerde gebrek aan inzicht in het ontoelaatbare van zijn gedrag, niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt. Anderzijds heeft het hof oog voor de gevolgen die deze zaak ook voor de verdachte heeft gehad en nog zal hebben. Zo is hij zijn baan kwijt geraakt en zal zijn strafblad met daarop een dergelijk zedenfeit voor hem in de toekomst een belemmering vormen zijn werk als muziekleraar op een (middelbare) school te kunnen uitoefenen. Ook zal het hof rekening houden met de gezinssituatie van de verdachte (met name: de zorg voor een gehandicapt kind). Het hof ziet hierin redenen gelegen om een groot deel van de gevangenisstraf in voorwaardelijke vorm op te leggen met daarnaast een taakstraf.
Het hof acht, alles afwegende, een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, en een taakstraf voor de duur van 180 uren passend en geboden.
Het hof acht termen aanwezig om aan de voorwaardelijke gevangenisstraf een proeftijd te verbinden voor de duur van 3 jaren. Het hof ziet geen aanleiding om het door de advocaat-generaal gevorderde contactverbod met het slachtoffer op te nemen als bijzondere voorwaarde.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 7.363,69, bestaande uit een bedrag van € 5.000,- ter zake van geleden immateriële schade en een bedrag van € 2.363,49 aan materiële schade, te weten tweemaal
€ 385,- aan eigen risico en een bedrag van € 1.593,49 aan studieschuld, een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente. Daarnaast heeft de benadeelde partij proceskosten ad € 30,68 gevorderd. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot volledige toewijzing van de vordering, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het ontstaan van de schade tot aan de dag van algehele voldoening alsmede de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdediging heeft verzocht de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren, gelet op de bepleite vrijspraak, en heeft overigens de vordering niet op inhoudelijke gronden betwist.
Oordeel van het hof
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezenverklaarde handelen van de verdachte rechtstreeks immateriële en materiële schade heeft geleden tot na te melden bedrag. De verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag zal worden toegewezen.
Materiële schade
Wat betreft de post studieschuld is het hof van oordeel dat behandeling van deze vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. In zoverre kan de benadeelde partij daarom thans in de vordering niet worden ontvangen en kan de vordering slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Het hof concludeert dat de vordering tot materiële schadevergoeding tot een bedrag van € 770,- (tweemaal het eigen risico) zal worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment van het schadeveroorzakende feit, tot de dag van de voldoening.
Immateriële schade
Met betrekking tot de gevorderde immateriële schade ten bedrage van € 5.000,- stelt het hof vast dat bij de onderbouwing van deze schadepost is uitgegaan van een langere periode dan ten laste is gelegd en door het hof bewezen is verklaard. De immateriële schade zal door het hof naar de maatstaven van redelijkheid en billijkheid worden geschat op een bedrag van € 4.000,-, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 september 2016 tot de dag der algehele voldoening.
Voor het overige is het hof van oordeel dat behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. In zoverre kan de benadeelde partij daarom thans in de vordering niet worden ontvangen en kan de vordering slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
De verdachte is derhalve tot vergoeding van de schade, in totaal € 4.770,- gehouden zodat de vordering tot dat bedrag zal worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 september 2016 tot de dag der algehele voldoening.
Tevens zal het hof de proceskosten ad € 30,68 toewijzen en bepalen dat de verdachte deze kosten draagt.
Het hof zal de schadevergoedingsmaatregel opleggen op de hierna te noemen wijze om te bevorderen dat de schade door de verdachte wordt vergoed.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 5 (vijf) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 3 (drie) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 180 (honderdtachtig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door 90 (negentig) dagen hechtenis.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde] ter zake van het bewezenverklaarde tot het bedrag van € 4.770,00 (vierduizend zevenhonderdzeventig euro) bestaande uit € 770,00 (zevenhonderdzeventig euro) materiële schade en € 4.000,00 (vierduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op € 30,68 (dertig euro en achtenzestig cent).
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde] , ter zake van het bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 4.770,00 (vierduizend zevenhonderdzeventig euro) bestaande uit € 770,00 (zevenhonderdzeventig euro) materiële schade en € 4.000,00 (vierduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 57 (zevenenvijftig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële en de immateriële schade op 9 september 2016.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. J.W.P. van Heusden, mr. A.M. Kengen en mr. R.A.E. van Noort, in tegenwoordigheid van mr. D. Damman, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 26 oktober 2021.