Einde inhoudsopgave
Scheepvaartreglement Westerschelde 1990
Artikel 42 Vaarregels
Geldend
Geldend vanaf 01-11-1992
- Bronpublicatie:
15-01-1992, Stb. 1992, 53 (uitgifte: 11-02-1992, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-11-1992
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-09-1992, Stb. 1992, 487 (uitgifte: 01-01-1992, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
Wanneer twee kleine schepen elkaar zodanig naderen dat gevaar voor aanvaring bestaat en één van die schepen houdt de stuurboordzijde van het vaarwater dan moet dit schip zijn weg vervolgen en het andere schip uitwijken.
2.
Wanneer een werktuiglijk voortbewogen klein schip, een door spierkracht voortbewogen klein schip of een zeilschip met een lengte van minder dan 20 meter elkaar zodanig naderen dat gevaar voor aanvaring bestaat, moet, behoudens in het geval genoemd in het eerste lid:
- a.
het werktuiglijk voortbewogen klein schip uitwijken voor het andere schip;
- b.
het door spierkracht voortbewogen klein schip uitwijken voor het zeilschip.
3.
Wanneer, behoudens in het geval genoemd in het eerste lid:
- a.
twee werktuiglijk voortbewogen kleine schepen zodanig recht of bijna recht tegen elkaar insturen dat gevaar voor aanvaring bestaat, moeten beide naar stuurboord uitwijken zodat ze elkaar aan bakboord voorbijvaren;
- b.
de koersen van twee werktuiglijk voortbewogen kleine schepen elkaar zodanig kruisen dat gevaar voor aanvaring bestaat, moet het schip dat het andere aan stuurboordzijde van zich heeft uitwijken.
4.
Een klein schip dat ingevolge het bij het eerste, tweede of derde lid gestelde verplicht is uit te wijken, moet dit tijdig en naar stuurboord doen en moet, indien de omstandigheden dit mogelijk maken, vermijden vóór het andere schip over te lopen.
5.
Indien twee zeilschepen met een lengte van minder dan 20 meter elkaar zodanig naderen dat gevaar voor aanvaring bestaat moet, behoudens in het geval genoemd in het eerste lid:
- a.
wanneer beide schepen over verschillende boeg liggen, het schip dat over stuurboordboeg ligt uitwijken voor het schip dat over bakboordboeg ligt;
- b.
wanneer beide schepen over dezelfde boeg liggen, het loefwaartse schip uitwijken voor het lijwaartse;
- c.
een schip dat over stuurboordboeg ligt en dat aan zijn loefzijde een schip ziet waarvan niet met zekerheid is te bepalen of het over stuurboord- dan wel over bakboordboeg ligt voor laatstgenoemd schip uitwijken.