Einde inhoudsopgave
Leidraad Invordering 2008
23a.2 Volgorde van uitwinning van daarvoor in aanmerking komende goederen
Geldend
Geldend vanaf 03-07-2012. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-07-2012
- Bronpublicatie:
27-06-2012, Stcrt. 2012, 13576 (uitgifte: 03-07-2012, regelingnummer: BLKB2012/1062M)
- Inwerkingtreding
03-07-2012, terugwerkend tot: 01-07-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-06-2012, Stcrt. 2012, 13576 (uitgifte: 03-07-2012, regelingnummer: BLKB2012/1062M)
- Vakgebied(en)
Invordering (V)
Artikel 23a bepaalt dat in gevallen waarin de belastingschuldige in gebreke is met het voldoen van belastingaanslagen die aan hem zijn opgelegd als gevolg van een toerekening van een afgezonderd particulier vermogen als bedoeld in artikel 2.14a van de Wet inkomstenbelasting 2001, die belastingaanslagen door de ontvanger kunnen worden ingevorderd met gebruikmaking van het in artikel 23a beschreven bijzonder verhaalsrecht. Dit houdt in dat door de ontvanger niet alleen invorderingsmaatregelen kunnen worden getroffen ten laste belastingschuldige maar ook — met gebruikmaking van het bijzonder verhaalsrecht — door het nemen van verhaal op de goederen van
- 1)
het afgezonderd particulier vermogen;
- 2)
een derde waarin het afgezonderd particulier vermogen een belang heeft van 5 percent of meer.
Indien aan de belastingschuldige belastingaanslagen zijn opgelegd als gevolg van een toerekening van een afgezonderd particulier vermogen als bedoeld in artikel 2.14a van de Wet inkomstenbelasting 2001, dient de ontvanger — met inachtneming van het in de laatste volzin van 23.2. bepaalde — vooreerst invordering ten laste van belastingschuldige zelf te beproeven.
Pas daarna beproeft de ontvanger invordering met toepassing van het bijzonder verhaalsrecht zoals beschreven in artikel 23a, onderdeel a, van de wet, op goederen van het afgezonderd particulier vermogen. Pas nadat gebleken is dat invordering op goederen van het afgezonderd particulier vermogen faalt dan wel niet toereikend is om de volledige fiscale verplichtingen aan te zuiveren kan de ontvanger overgaan tot aanwending van het bijzonder verhaalsrecht zoals beschreven in artikel 23a, onderdeel b, van de wet. Verhaal op goederen van de derde als bedoeld in artikel 23a, onderdeel b, kan slechts worden uitgeoefend ten belope van het belang dat het afgezonderd particulier vermogen heeft in die derde.