Einde inhoudsopgave
Mijnbouwbesluit
Artikel 29f
Geldend
Geldend vanaf 07-12-2012
- Bronpublicatie:
30-11-2012, Stb. 2012, 612 (uitgifte: 06-12-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
07-12-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-11-2012, Stb. 2012, 612 (uitgifte: 06-12-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Mijnbouw
Energierecht (V)
1.
Onze Minister verbindt aan de vergunning voor permanent opslaan van CO2 het voorschrift monitoring als bedoeld in artikel 31d, eerste lid, onderdeel i, van de wet uit te voeren volgens het monitoringsplan.
2.
Het monitoringsplan omvat de wijze van de monitoring van:
- a.
de injectiefaciliteiten,
- b.
het opslagcomplex en
- c.
het milieu in de directe nabijheid van het opslagcomplex, en is in overeenstemming met Bijlage II, onderdeel 1.1., van de richtlijn nr. 2009/31/EG.
3.
Het monitoringsplan heeft betrekking op de periode die aanvangt op het tijdstip van inwerkingtreding van een vergunning voor het permanent opslaan van CO2 en eindigt op het tijdstip waarop de vergunning op grond van artikel 31j van de wet wordt ingetrokken.
4.
De keuze van de monitoringstechnologie in het monitoringsplan wordt gebaseerd op de beste praktijken die bij het opstellen van de ontwerp-vergunning beschikbaar zijn.
5.
Voorts wordt aan de vergunning het voorschrift verbonden het monitoringsplan drie maanden voor aanvang van de injectie van CO2 te actualiseren en om de vijf jaar te actualiseren op basis van wijzigingen in het beoordeelde lekkagerisico, wijzigingen in de beoordeelde risico’s voor het milieu en de volksgezondheid, nieuwe wetenschappelijk kennis en verbeteringen inzake de beste beschikbare techniek. Het geactualiseerde monitoringsplan wordt ter goedkeuring voorgelegd aan Onze Minister. De monitoring wordt uitgevoerd volgens het goedgekeurde monitoringsplan.