Einde inhoudsopgave
Wet uitvoering wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen
Artikel 5
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2015
- Bronpublicatie:
17-12-2014, Stb. 2014, 583 (uitgifte: 30-12-2014, kamerstukken: 34061)
- Inwerkingtreding
01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-12-2014, Stb. 2014, 584 (uitgifte: 30-12-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid ouderen / Bijzondere onderwerpen
1.
De Raad bestaat uit minimaal drie en maximaal negen leden, onder wie een voorzitter.
2.
De benoeming van de leden van de Raad geschiedt gehoord hebbende de organisaties en instellingen welke regelmatig zijn betrokken bij de uitvoering van de wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen en de AOR.
3.
De leden van de Raad worden benoemd voor een periode van vier jaren.
4.
De Raad wordt zodanig samengesteld dat daarin de categorieën belanghebbenden waarop de werkzaamheden van de Raad betrekking hebben op een evenwichtige wijze zijn vertegenwoordigd.
5.
Het lidmaatschap van de Raad is onverenigbaar met het hebben van een financiële aanspraak op basis van de wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen en de AOR.
6.
De Raad stelt regels betreffende de uitvoering van zijn taken, genoemd in artikel 4.
7.
De voorzitter vertegenwoordigt de Raad in en buiten rechte.