Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2000/43/EG houdende toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van personen ongeacht ras of etnische afstamming
Artikel 7 Verdediging van rechten
Geldend
Geldend vanaf 19-07-2000
- Bronpublicatie:
29-06-2000, PbEG 2000, L 180 (uitgifte: 19-07-2000, regelingnummer: 2000/43/EG)
- Inwerkingtreding
19-07-2000
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-06-2000, PbEG 2000, L 180 (uitgifte: 19-07-2000, regelingnummer: 2000/43/EG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
1.
De lidstaten zorgen ervoor dat eenieder die zich door niet-toepassing van het beginsel van gelijke behandeling benadeeld acht, toegang krijgt tot gerechtelijke en/of administratieve procedures, en wanneer zij zulks passend achten, ook tot bemiddelingsprocedures, voor de naleving van de uit deze richtlijn voortvloeiende verplichtingen, zelfs na beëindiging van de verhouding waarin deze persoon zou zijn gediscrimineerd.
2.
De lidstaten zorgen ervoor dat verenigingen, organisaties of andere rechtspersonen, die er, overeenkomstig de in de nationale wetgeving vastgestelde criteria, een rechtmatig belang bij hebben dat deze richtlijn wordt nageleefd, namens of ter ondersteuning van de klager of klaagster met zijn, respectievelijk haar toestemming met het oog op de naleving van de uit deze richtlijn voortvloeiende verplichtingen gerechtelijke en/of administratieve procedures kunnen aanspannen.
3.
De leden 1 en 2 laten de nationale regels betreffende de termijnen voor de instelling van een rechtsvordering aangaande het beginsel van gelijke behandeling onverlet.