Einde inhoudsopgave
Nederlands standaardverdrag 1987
Artikel 3 Algemene begripsbepalingen
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1988
- Bronpublicatie:
03-12-1987, Kamerstukken 1987, 20365 (uitgifte: 03-12-1987, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1988
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-12-1987, Kamerstukken 1987, 20365 (uitgifte: 03-12-1987, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
Voor de toepassing van deze Overeenkomst, tenzij de context anders vereist:
- a.
betekent de uitdrukking ‘Staat’ Nederland of ..., al naar de context vereist; betekent de uitdrukking ‘Staten’ Nederland en …,
- b.
betekent de uitdrukking ‘Nederland’ het deel van het Koninkrijk der Nederlanden dat in Europa is gelegen, en het onder de Noordzee gelegen deel van de zeebodem en de ondergrond daarvan voor zover dit gebied in overeenstemming met het internationale recht krachtens de Nederlandse wetgeving is of zal worden aangemerkt als een gebied waarbinnen Nederland bepaalde rechten kan uitoefenen met betrekking tot de exploratie en exploitatie van de natuurlijke rijkdommen van de zeebodem of de ondergrond daarvan;
- c.
betekent de uitdrukking ‘…’
- d.
omvat de uitdrukking ‘persoon’ een natuurlijke persoon, een lichaam en elke andere vereniging van personen;
- e.
betekent de uitdrukking ‘lichaam’ elke rechtspersoon of elke eenheid die voor de belastingheffing als een rechtspersoon wordt behandeld;
- f.
betekenen de uitdrukkingen ‘onderneming van een van de Staten’ en ‘onderneming van de andere Staat’ onderscheidenlijk een onderneming gedreven door een inwoner van een van de Staten en een onderneming gedreven door een inwoner van de andere Staat;
- g.
betekent de uitdrukking ‘internationaal verkeer’ alle vervoer met een schip of een luchtvaartuig, geëxploiteerd door een onderneming waarvan de plaats van de werkelijke leiding in een van de Staten is gelegen, behalve wanneer het schip of het luchtvaartuig uitsluitend wordt geëxploiteerd tussen plaatsen die in de andere Staat zijn gelegen;
- h.
betekent de uitdrukking ‘onderdanen’:
- 1.
alle natuurlijke personen die de nationaliteit van een van de Staten bezitten;
- 2.
alle rechtspersonen, vennootschappen en verenigingen die hun rechtspositie als zodanig ontlenen aan de wetgeving die in een van de Staten van kracht is;
- i.
betekent de uitdrukking ‘bevoegde autoriteit’:
- 1.
in Nederland de Minister van Financiën of zijn bevoegde vertegenwoordiger;
- 2.
in …
2.
Voor de toepassing van de Overeenkomst door een van de Staten heeft, tenzij de context anders vereist, elke daarin niet omschreven uitdrukking de betekenis welke die uitdrukking heeft volgens de wetgeving van die Staat met betrekking tot de belastingen waarop de Overeenkomst van toepassing is.