Einde inhoudsopgave
Omgevingsbesluit - Nota van toelichting
§ 11.3.1 Grensoverschrijdende plan-mer
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
03-07-2018, Stb. 2018, 290 (uitgifte: 31-08-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
Artikel 11.22 (mededeling en toezending informatie grensoverschrijdende milieueffecten) [artikel 16.88, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet]
Eerste lid
Wanneer een plan of programma mogelijk aanzienlijke grensoverschrijdende milieueffecten heeft, stelt het bevoegd gezag de betreffende bevoegde autoriteit van de andere staat hiervan op de hoogte. Daarbij zendt het bevoegd gezag ook de benodigde informatie over het plan of programma en de besluitvormingsprocedure toe. In het eerste lid wordt aangegeven welke informatie dat in ieder geval moet zijn. De bevoegde autoriteit van de andere staat kan dan beoordelen of het gewenst is over het plan of programma en de grensoverschrijdende effecten te overleggen en zienswijzen in te dienen. Of dit het geval is geeft de bevoegde autoriteit van de andere staat aan binnen een door het bevoegd gezag aangegeven termijn. Het kan ook zijn dat de bevoegde autoriteit van de andere staat zelf om de informatie vraagt, of meteen aangeeft deel te willen nemen aan de raadplegingsprocedure.
Tweede lid
Om het overleg en deelname aan de zienswijzeprocedure te kunnen realiseren, moeten de mededeling zo snel mogelijk plaatsvinden en zal de informatie in ieder geval vóór de vaststelling van het plan of programma worden toegezonden.
Artikel 11.23 (overleg) [artikel 16.88, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet]
Eerste lid
Als de bevoegde autoriteit van de andere staat heeft aangegeven deel te willen nemen aan de raadplegingsprocedure, vindt eerst overleg plaats met het bevoegd gezag van het plan of programma. Hier worden de mogelijk aanzienlijke grensoverschrijdende milieueffecten en de maatregelen om de negatieve milieueffecten te voorkomen, te beperken of te compenseren besproken.
Tweede lid
Wanneer er problemen zijn met het leggen van contact met de andere staat, of met de resultaten van het overleg kan de minister van Infrastructuur en Waterstaat op regeringsniveau de contacten onderhouden. Het spreekt voor zich dat het bevoegd gezag ervoor zorgt dat de minister van Infrastructuur en Waterstaat hiervoor over voldoende informatie beschikt.
Artikel 11.24 (zienswijzen) [artikel 16.88, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet]
Voor de vaststelling van het plan of programma wordt de mogelijkheid geboden zienswijzen in te dienen op het ontwerpplan of -programma. Hierbij wordt de procedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht gevolgd. De zienswijzen kunnen worden ingediend door het betrokken publiek in de andere staat en de instanties die op grond van artikel 9, eerste lid, van het SEA-protocol en artikel 5, derde lid, van de smb-richtlijn door die lidstaat worden aangewezen als raadplegende instanties op het gebied van gezondheid en milieu, zoals de Commissie voor de milieueffectrapportage.
Artikel 11.25 (inhoud en verstrekking plan of programma) [artikel 16.88, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet]
Artikel 11.26 (grensoverschrijdende milieueffecten in Nederland) [artikel 16.88, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet]
Deze bepaling ziet op de gevallen waarbij Nederland mogelijk milieueffecten ondervindt van een plan of programma uit een andere staat. Als het betrokken bestuursorgaan dat nodig vindt, geeft zij bij de andere staat aan deel te willen nemen aan de raadplegingprocedure van die staat. Het is voor beide partijen van belang over de juiste informatie te beschikken. Daarom overlegt het betrokken bestuursorgaan met de bevoegde autoriteit van die andere staat over de mogelijke grensoverschrijdende milieueffecten en de voorgenomen maatregelen om de nadelige effecten te voorkomen, te beperken of te compenseren op grond van het tweede lid.
Het betrokken publiek en de bevoegde instanties in Nederland moeten vervolgens een mogelijkheid krijgen hun zienswijze naar voren te brengen. Dit gaat in overeenstemming met de bevoegde autoriteit van de andere staat. Het is van belang dat het relevante publiek in Nederland voldoende wordt geïnformeerd. Daarom zorgen de bevoegde autoriteit van de andere staat en het betrokken bestuursorgaan in Nederland voor kennisgeving van de benodigde informatie conform artikel 3:42 van de Algemene wet bestuursrecht. Het gaat nadrukkelijk om een gedeelde verantwoordelijkheid, waarbij de bevoegde autoriteit van de andere staat het voortouw heeft.