RCR 2010, 32
Vertegenwoordiging. Hoe verhoudt het leerstuk van schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid zich met het systeem van handtekeningenkaarten bij een bank?
HR 19-02-2010, ECLI:NL:HR:2010:BK7671 (ING/Bera)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 februari 2010
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein, W.A.M. van Schendel, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
08/02127
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
BK7671
- Roepnaam
ING/Bera
- JCDI
JCDI:ADS874358:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Fiscaal procesrecht (V)
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BK7671, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑02‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BK7671, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 18‑12‑2009
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑04‑2008
- Wetingang
Essentie
Vertegenwoordiging.
Hoe verhoudt het leerstuk van schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid zich met het systeem van handtekeningenkaarten bij een bank?
Samenvatting
Bera houdt een bankrekening aan bij ING. De rekening is indertijd geopend door X, die als enige bevoegd is om Bera te vertegenwoordigen. Op de handtekeningenkaart van ING staat uitsluitend X vermeld. Bankafschriften met betrekking tot de rekening worden echter aan Y verstuurd. Dit heeft mogelijk te maken met het feit dat X in Suriname verblijft. Ook veel ander dagelijks contact tussen ING en Bera verloopt via Y. Conform door Y telefonisch verstrekte opdrachten zijn vervolgens enkele afschrijvingen van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.