Richtlijn 2006/73/EG tot uitvoering van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de door beleggingsondernemingen in acht te nemen organisatorische eisen en voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening en wat betreft de definitie van begrippen voor de toepassing van genoemde richtlijn
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 22-09-2006
- Bronpublicatie:
10-08-2006, PbEU 2006, L 241 (uitgifte: 02-09-2006, regelingnummer: 2006/73/EG)
- Inwerkingtreding
22-09-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-08-2006, PbEU 2006, L 241 (uitgifte: 02-09-2006, regelingnummer: 2006/73/EG)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
(Voor de EER relevante tekst)
Richtlijn van de Commissie van 10 augustus 2006 tot uitvoering van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de door beleggingsondernemingen in acht te nemen organisatorische eisen en voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening en wat betreft de definitie van begrippen voor de toepassing van genoemde richtlijn
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten, tot wijziging van de Richtlijnen 85/611/EEG en 93/6/EEG van de Raad en van Richtlijn 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad en houdende intrekking van Richtlijn 93/22/EEG van de Raad (1), en met name op artikel 4, lid 2, artikel 13, lid 10, artikel 18, lid 3, artikel 19, lid 10, artikel 21, lid 6, artikel 22, lid 3, en artikel 24, lid 5,
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
Bij Richtlijn 2004/39/EG wordt een regelgevingskader voor financiële markten in de Gemeenschap vastgesteld dat onder meer het volgende omvat: voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening die door beleggingsondernemingen bij de verrichting van beleggingsdiensten en voor zover van toepassing nevendiensten en beleggingsactiviteiten in acht moeten worden genomen, organisatorische eisen die door beleggingsondernemingen die dergelijke diensten en activiteiten verrichten, en op gereglementeerde markten in acht moeten worden genomen, rapportageverplichtingen voor transacties in financiële instrumenten en transparantieverplichtingen voor transacties in aandelen die tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten.
- (2)
De uitvoeringsvoorschriften van het regelgevingskader voor de organisatorische eisen die door beleggingsondernemingen die beroepsmatig beleggingsdiensten en voor zover van toepassing nevendiensten en beleggingsactiviteiten verrichten, alsook op gereglementeerde markten in acht moeten worden genomen, moeten verenigbaar zijn met het doel van Richtlijn 2004/39/EG. Ze moeten zorgen voor een hoge mate van integriteit, competentie en soliditeit van beleggingsondernemingen en entiteiten die een gereglementeerde markt of een MTF exploiteren, en op uniforme wijze kunnen worden toegepast.
- (3)
Er moeten concrete door beleggingsondernemingen die dergelijke diensten of activiteiten verrichten, in acht te nemen organisatorische eisen en procedures worden vastgesteld. Met name moet in strikte procedures worden voorzien voor zaken als compliance, risicobeheer, de behandeling van klachten, persoonlijke transacties, uitbesteding en het onderkennen, beheren en openbaar maken van belangenconflicten.
- (4)
De organisatorische eisen en voorwaarden voor de vergunningverlening aan beleggingsondernemingen moeten worden vastgelegd in een geheel van regels dat een uniforme toepassing van de desbetreffende voorschriften van Richtlijn 2004/39/EG waarborgt. Dit is nodig om ervoor te zorgen dat beleggingsondernemingen onder dezelfde voorwaarden gelijke toegang hebben tot alle markten in de Gemeenschap, en om de aan vergunningverleningsprocedures gerelateerde belemmeringen voor grensoverschrijdende activiteiten op het gebied van beleggingsdiensten weg te nemen.
- (5)
In de uitvoeringsvoorschriften van het regelgevingskader met de voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening bij de verrichting van beleggings- en nevendiensten en beleggingsactiviteiten moet het doel van dat regelgevingskader tot uiting komen. Met andere woorden, ze moeten zorgen voor een hoog niveau van bescherming van de belegger dat via de invoering van duidelijke standaarden en eisen inzake de relatie tussen een beleggingsonderneming en haar cliënt op uniforme wijze wordt toegepast. Wel moet ten aanzien van de bescherming van de belegger en met name de verstrekking van informatie aan en de inwinning van informatie bij de belegger rekening worden gehouden met de vraag of de betrokken cliënt of potentiële cliënt een niet-professionele of een professionele belegger is.
- (6)
De vorm van een richtlijn is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de uitvoeringsvoorschriften kunnen worden aangepast aan de bijzonderheden van de markt- en rechtssystemen in de afzonderlijke lidstaten.
- (7)
Met het oog op een uniforme toepassing van de verschillende voorschriften van Richtlijn 2004/39/EG moet een geharmoniseerd geheel van door beleggingsondernemingen in acht te nemen organisatorische eisen en voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening worden vastgesteld. Daarom mogen de lidstaten en de bevoegde autoriteiten bij de omzetting en toepassing van deze richtlijn geen aanvullende bindende voorschriften vaststellen, tenzij dit uitdrukkelijk in deze richtlijn wordt toegestaan.
- (8)
Alleen in uitzonderingsgevallen mogen de lidstaten naast de uitvoeringsvoorschriften andere eisen aan beleggingsondernemingen opleggen. Wel moeten dergelijke maatregelen beperkt blijven tot gevallen waarin concrete risico's voor de bescherming van de belegger of voor de marktintegriteit, met inbegrip van de risico's voor de stabiliteit van het financiële systeem, niet voldoende zijn afgedekt door de Gemeenschapswetgeving, en moeten deze strikt evenredig zijn.
- (9)
Eventuele aanvullende eisen die in overeenstemming met deze richtlijn door de lidstaten worden gehandhaafd of opgelegd, mogen de rechten van beleggingsondernemingen uit hoofde van de artikelen 31 en 32 van Richtlijn 2004/39/EG niet beperken of anderszins daaraan afbreuk doen.
- (10)
De concrete risico's die worden tegengegaan met aanvullende eisen die de lidstaten op de datum van toepassing van deze richtlijn handhaven, moeten van bijzonder belang zijn voor de marktstructuur van de lidstaat in kwestie, met inbegrip van het gedrag van ondernemingen en consumenten in deze markt. Deze concrete risico's moeten in het kader van het regelgevingskader van Richtlijn 2004/39/EG en de uitvoeringsvoorschriften van die richtlijn worden beoordeeld. Bij een eventuele beslissing om aanvullende eisen te handhaven, moet naar behoren rekening worden gehouden met de doelstelling van die richtlijn om belemmeringen voor de grensoverschrijdende verrichting van beleggingsdiensten weg te nemen door de voorschriften voor de initiële vergunningverlening aan en de bedrijfsuitoefening van beleggingsondernemingen te harmoniseren.
- (11)
Beleggingsondernemingen vertonen onderling grote verschillen in omvang, structuur en aard van hun bedrijf. Een regelgevingskader moet zijn afgestemd op deze diversiteit, maar wel bepaalde fundamentele verplichtingen bevatten die voor alle ondernemingen gelden. Gereglementeerde entiteiten moeten voldoen aan hoogwaardige eisen en moeten maatregelen ontwikkelen en vaststellen die het beste passen bij de aard van hun activiteiten en bij hun situatie.
- (12)
Een regelgevingskader dat voor beleggingsondernemingen te veel onzekerheid meebrengt, kan de effectiviteit van deze ondernemingen evenwel aantasten. Van de bevoegde autoriteiten wordt verwacht dat zij richtsnoeren voor de interpretatie van deze richtlijn publiceren waarin met name duidelijkheid wordt geschapen over de praktische toepassing van deze richtlijn op bepaalde ondernemingen en omstandigheden. Dergelijke niet-bindende richtsnoeren zouden onder meer duidelijk kunnen maken hoe deze richtlijn en Richtlijn 2004/39/EG in het licht van bepaalde marktontwikkelingen moeten worden toegepast. Met het oog op een uniforme toepassing van deze richtlijn en Richtlijn 2004/39/EG kan de Commissie interpretatieve mededelingen en dergelijke publiceren. Voorts kan het Comité van Europese effectenregelgevers richtsnoeren publiceren om een convergente toepassing van deze richtlijn en Richtlijn 2004/39/EG door de bevoegde autoriteiten te waarborgen.
- (13)
De organisatorische eisen die in het kader van Richtlijn 2004/39/EG zijn vastgesteld, doen geen afbreuk aan bij nationale wetgeving ingestelde systemen voor de registratie van natuurlijke personen die binnen een beleggingsonderneming werken.
- (14)
Voor de toepassing van de bepalingen van deze richtlijn die een beleggingsonderneming verplichten een adequaat risicobeheerbeleid vast te stellen, te implementeren en in stand te houden, moeten tot de risico's die verbonden zijn aan de activiteiten, processen en systemen van de beleggingsonderneming ook de risico's worden gerekend die verbonden zijn aan de uitbesteding van kritieke of belangrijke taken of van beleggingsdiensten of -activiteiten. Daaronder moeten ook de risico's vallen die verbonden zijn aan de relatie van de onderneming met de dienstverlener, alsook de mogelijke risico's die zich voordoen wanneer de uitbestede activiteiten van meerdere beleggingsondernemingen of andere gereglementeerde entiteiten zijn ondergebracht bij een beperkt aantal dienstverleners.
- (15)
Wanneer de risicobeheersfunctie en de compliancefunctie door een en dezelfde persoon worden vervuld, komt niet per se het onafhankelijk functioneren van elke functie afzonderlijk in het gedrang. De voorwaarde dat degenen die betrokken zijn bij de compliancefunctie, niet betrokken mogen zijn bij de uitoefening van de functies waarop zij toezien, en de voorwaarde dat de wijze waarop de beloning van dergelijke personen wordt vastgesteld, hun objectiviteit niet in gevaar mag brengen, zijn wellicht niet evenredig in het geval van kleine beleggingsondernemingen. Bij grotere ondernemingen zijn deze evenwel alleen in uitzonderingsgevallen onevenredig.
- (16)
Een reeks bepalingen van Richtlijn 2004/39/EG verplicht beleggingsondernemingen informatie over cliënten en de voor hen verrichte diensten te vergaren en bij te houden. Wanneer in het kader van deze voorschriften persoonsgegevens worden vergaard en verwerkt, moeten de ondernemingen ervoor zorgen dat zij voldoen aan de nationale omzettingsmaatregelen voor Richtlijn 95/46/EG van het Eruopees[lees: Europees] Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (2).
- (17)
Wanneer achtereenvolgende persoonlijke transacties namens een persoon worden uitgevoerd conform vooraf door deze persoon gegeven instructies hoeven de in deze richtlijn neergelegde verplichtingen inzake persoonlijke transacties niet te gelden voor elk van deze achtereenvolgende transacties als de desbetreffende instructies ongewijzigd van kracht blijven. Ook hoeven deze verplichtingen niet te gelden voor de intrekking of herroeping van dergelijke instructies voor zover de financiële instrumenten die eerder in het kader van de instructies waren verworven, niet tegelijk met de intrekking of herroeping van de instructies van de hand worden gedaan. Wel moeten deze verplichtingen gelden bij een persoonlijke transactie of bij aanvang van achtereenvolgende persoonlijke transacties die namens een en dezelfde persoon worden uitgevoerd indien deze instructies worden gewijzigd of nieuwe instructies worden gegeven.
- (18)
De bevoegde autoriteiten mogen de vergunning om beleggingsdiensten of -activiteiten te verrichten, niet afhankelijk stellen van een algemeen verbod op uitbesteding van een of meer kritieke of belangrijke functies of beleggingsdiensten of -activiteiten. Beleggingsondernemingen moeten dergelijke activiteiten mogen uitbesteden als de uitbestedingsovereenkomsten van de onderneming aan bepaalde voorwaarden voldoen.
- (19)
Voor de toepassing van de in deze richtlijn neergelegde voorwaarden voor de uitbesteding van kritieke of belangrijke operationele taken of beleggingsdiensten of -activiteiten moet een uitbesteding waarbij een dermate verregaande delegatie van taken plaatsvindt dat de beleggingsonderneming een brievenbusmaatschappij wordt, worden aangemerkt als een ondermijning van de voorwaarden waaraan de beleggingsonderneming moet voldoen om haar vergunning overeenkomstig artikel 5 van Richtlijn 2004/39/EG te verkrijgen en te behouden.
- (20)
De uitbesteding van beleggingsdiensten of -activiteiten of van kritieke en belangrijke taken kan een materiële wijziging van de voorwaarden voor de vergunningverlening aan de beleggingsonderneming als bedoeld in artikel 16, lid 2, van Richtlijn 2004/39/EG behelzen. Indien dergelijke uitbestedingsovereenkomsten worden aangegaan nadat aan de beleggingsonderneming overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk I van titel II van Richtlijn 2004/39/EG vergunning is verleend, moet de bevoegde autoriteit kennis worden gegeven van deze overeenkomsten wanneer zulks op grond van artikel 16, lid 2, van Richtlijn 2004/39/EG vereist is.
- (21)
Deze richtlijn verplicht beleggingsondernemingen die met een dienstverlener in een derde land een overeenkomst willen aangaan om het beheer van vermogen van niet-professionele cliënten uit te besteden, de verantwoordelijke bevoegde autoriteit daarvan vooraf kennis te geven wanneer aan bepaalde voorwaarden niet wordt voldaan. Van de bevoegde autoriteiten wordt echter niet verwacht dat zij goedkeuring verlenen voor of anderszins instemmen met zo'n overeenkomst of de voorwaarden ervan. Met de kennisgeving moet de bevoegde autoriteit veeleer in de gelegenheid worden gesteld waar nodig in te grijpen. Het is de verantwoordelijkheid van de beleggingsonderneming om zonder formele bemoeienis van de bevoegde autoriteit te onderhandelen over de voorwaarden van een uitbestedingsovereenkomst en ervoor te zorgen dat deze verenigbaar zijn met de verplichtingen van de onderneming uit hoofde van deze richtlijn en Richtlijn 2004/39/EG.
- (22)
Omwille van transparantie van de regelgeving en om beleggingsondernemingen een passende zekerheid te bieden, verplicht deze richtlijn elke bevoegde autoriteit haar beleidsverklaring inzake de uitbesteding van het beheer van vermogen van niet-professionele cliënten aan dienstverleners in derde landen te publiceren. In deze verklaring moeten voorbeelden zijn opgenomen van gevallen waarin de bevoegde autoriteit tegen een dergelijke uitbesteding waarschijnlijk geen bezwaar zal maken, en moet ook worden uitgelegd waarom uitbesteding in dergelijke gevallen waarschijnlijk geen afbreuk zal doen aan het vermogen van de onderneming om te voldoen aan de bij uitbesteding na te leven algemene voorwaarden uit hoofde van deze richtlijn. In deze uitleg moet een bevoegde autoriteit altijd aangeven waarom uitbesteding in de desbetreffende gevallen een effectieve toegang tot alle informatie over de uitbestede dienst die zij nodig heeft om haar toezichthoudende taken met betrekking tot de beleggingsonderneming uit te oefenen, niet in de weg staat.
- (23)
Wanneer een beleggingsonderneming gelden die zij namens een cliënt aanhoudt, bij een erkend geldmarktfonds deponeert, moeten de rechten van deelneming in dit geldmarktfonds worden aangehouden overeenkomstig de vereisten inzake het aanhouden van financiële instrumenten die aan cliënten toebehoren.
- (24)
De omstandigheden die moeten worden behandeld als omstandigheden die een belangenconflict doen ontstaan, moeten betrekking hebben op gevallen waarin er een conflict bestaat tussen enerzijds de belangen van de onderneming of bepaalde personen die verbonden zijn met de onderneming of de groep waarvan de onderneming deel uitmaakt, en anderzijds de plicht van de onderneming jegens de cliënt, dan wel tussen de belangen van twee of meer van haar cliënten jegens wie de onderneming een plicht heeft. Het feit dat een onderneming een voordeel kan behalen zonder dat daar een mogelijk nadeel voor een cliënt tegenover staat, of dat een cliënt jegens wie de onderneming een plicht heeft, een voordeel kan behalen zonder dat daar een verlies voor een van haar andere cliënten tegenover staat, is op zich niet voldoende.
- (25)
Belangenconflicten mogen alleen worden gereglementeerd wanneer een beleggingsonderneming een beleggings- of een nevendienst verricht. De status van de cliënt voor wie de dienst wordt verricht — een niet-professionele belegger, een professionele belegger of een in aanmerking komende tegenpartij — is in dit verband niet van belang.
- (26)
Om te voldoen aan haar in Richtlijn 2004/39/EG neergelegde verplichting om een beleid inzake belangenconflicten vast te stellen dat de omstandigheden omschrijft die een belangenconflict vormen of kunnen doen ontstaan, moet de beleggingsonderneming bijzondere aandacht besteden aan onderzoek op beleggingsgebied en de verlening van beleggingsadvies, handel voor eigen rekening, vermogensbeheer en activiteiten op het gebied van bedrijfsfinanciering, met inbegrip van het overnemen of verkopen bij een aanbieding van effecten en de advisering over fusies en overnamen. Met name is deze speciale aandacht aangewezen wanneer de onderneming of een persoon die direct of indirect met haar verbonden is door een zeggenschapsband, een combinatie van twee of meer van deze activiteiten verricht.
- (27)
Beleggingsondernemingen moeten zich ten doel stellen de belangenconflicten die zich in de afzonderlijke divisies en bij de activiteiten van hun groep voordoen, in het kader van een alomvattend beleid inzake belangenconflicten te onderkennen en te beheren. Met name mag de bekendmaking van belangenconflicten door een beleggingsonderneming haar niet vrijwaren van de verplichting om de in het kader van artikel 13, lid 3, van Richtlijn 2004/39/EG vereiste doeltreffende organisatorische en administratieve regelingen te treffen en te handhaven. Hoewel op grond van artikel 18, lid 2, van Richtlijn 2004/39/EG bepaalde belangenconflicten openbaar moeten worden gemaakt, is een overmatige nadruk op openbaarmaking zonder voldoende aandacht voor de wijze waarop de conflicten het best kunnen worden beheerd, niet toegestaan.
- (28)
Onderzoek op beleggingsgebied moet een subcategorie vormen van het soort informatie dat in Richtlijn 2003/125/EG van de Commissie van 22 december 2003 tot uitvoering van Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de juiste voorstelling van beleggingsaanbevelingen en de bekendmaking van belangenconflicten betreft (3), gedefinieerd wordt als een aanbeveling, maar het is van toepassing op financiële instrumenten in de zin van Richtlijn 2004/39/EG. Voor zover het bij dit soort aanbevelingen niet om onderzoek op beleggingsgebied in de zin van deze richtlijn gaat, blijven ze onderworpen aan de bepalingen van Richtlijn 2003/125/EG wat de juiste voorstelling van beleggingsaanbevelingen en de bekendmaking van belangenconflicten betreft.
- (29)
De door een beleggingsonderneming getroffen maatregelen en regelingen om de belangenconflicten te beheren die kunnen voortvloeien uit de productie en verspreiding van materiaal dat als onderzoek op beleggingsgebied wordt voorgesteld, moeten toereikend zijn om de objectiviteit en onafhankelijkheid te beschermen van financiële analisten en van het door hen geproduceerde onderzoek op beleggingsgebied. Deze maatregelen en regelingen moeten ervoor zorgen dat financieel analisten voldoende afstand nemen van de belangen van degenen van wie redelijkerwijs mag worden aangenomen dat hun verantwoordelijkheden of zakelijke belangen in strijd zijn met de belangen van degenen onder wie het onderzoek op beleggingsgebied wordt verspreid.
- (30)
Tot degenen van wie redelijkerwijze mag worden aangenomen dat hun verantwoordelijkheden of zakelijke belangen in strijd zijn met de belangen van de personen onder wie onderzoek op beleggingsgebied wordt verspreid, moeten ook medewerkers worden gerekend die actief zijn op het gebied van bedrijfsfinanciering, alsmede degenen die in naam van cliënten of de onderneming verkopen en handelen.
- (31)
Tot de uitzonderingsgevallen waarin financieel analisten en andere met de beleggingsonderneming verbonden personen die betrokken zijn bij onderzoek op beleggingsgebied, met voorafgaande schriftelijke toestemming wel persoonlijke transacties mogen verrichten in instrumenten waarop het onderzoek op beleggingsgebied betrekking heeft, mogen ook situaties worden gerekend waarin de financieel analist of een andere persoon zich om persoonlijke, met financiële moeilijkheden verband houdende redenen gedwongen ziet een positie te liquideren.
- (32)
Kleine giften of kleine gunsten in natura van een lagere waarde dan gespecificeerd in het kader van het door de onderneming gevoerde beleid inzake belangenconflicten en genoemd in de samenvatting van dit beleid die aan cliënten ter beschikking gesteld wordt, hoeven voor de toepassing van de voorschriften voor onderzoek op beleggingsgebied niet te worden aangemerkt als inducements.
- (33)
Tot de verspreiding van onderzoek op beleggingsgebied onder cliënten of het publiek dient niet te worden gerekend: de verspreiding uitsluitend onder personen binnen de groep waarvan de beleggingsonderneming deel uitmaakt.
- (34)
Als actuele aanbevelingen moeten worden aangemerkt: de aanbevelingen vervat in onderzoek op beleggingsgebied die niet zijn ingetrokken of vervallen.
- (35)
Voor een ingrijpende wijziging van door een derde geproduceerd onderzoek op beleggingsgebied moeten dezelfde eisen gelden als die welke gelden voor de productie van dergelijk onderzoek zelf.
- (36)
Financieel analisten mogen zich niet inlaten met andere activiteiten dan de productie van onderzoek op beleggingsgebied wanneer een dergelijke betrokkenheid onverenigbaar is met de waarborging van hun objectiviteit. Als onverenigbaar met de waarborging van hun objectiviteit moet gewoonlijk worden aangemerkt: medewerking aan zakenbankactiviteiten als bedrijfsfinanciering en overneming, aan ‘pitches’ voor nieuwe bedrijven, aan roadshows voor nieuwe emissies van financiële instrumenten of aan andere vormen van marketing ten behoeve van uitgevende instellingen.
- (37)
Onverminderd de bepalingen van deze richtlijn inzake de productie of verspreiding van onderzoek op beleggingsgebied zouden ook andere producenten van onderzoek op beleggingsgebied dan beleggingsondernemingen moeten overwegen intern beleid en interne procedures vast te stellen die ervoor zorgen dat de in deze richtlijn neergelegde beginselen betreffende de bescherming van de onafhankelijkheid en objectiviteit van dit onderzoek worden nageleefd.
- (38)
De voorschriften van deze richtlijn voor onder meer persoonlijke transacties, handel met kennis van onderzoek op beleggingsgebied en de productie en verspreiding van onderzoek op beleggingsgebied, doen geen afbreuk aan andere voorschriften van Richtlijn 2004/39/EG en Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2003 betreffende handel met voorwetenschap en marktmanipulatie (marktmisbruik) (4) of aan de uitvoeringsmaatregelen voor die richtlijnen.
- (39)
Voor de toepassing van de bepalingen van deze richtlijn die betrekking hebben op inducements, kan de aanneming door een beleggingsonderneming van een vergoeding voor beleggingsadvies of algemene aanbevelingen wanneer het advies of de aanbevelingen daardoor niet worden beïnvloed, worden geacht de kwaliteit van het beleggingsadvies aan de cliënt ten goede te komen.
- (40)
Beleggingsondernemingen mogen op grond van deze richtlijn inducements geven of ontvangen, maar alleen onder bepaalde voorwaarden en mits deze aan de cliënt bekend worden gemaakt dan wel aan of door de cliënt of een persoon die namens de cliënt handelt, gegeven worden.
- (41)
Deze richtlijn verplicht beleggingsondernemingen die een nieuwe niet-professionele cliënt een andere beleggingsdienst dan beleggingsadvies verlenen, met de cliënt een schriftelijke basisovereenkomst aan te gaan waarin de belangrijkste rechten en plichten van de onderneming en de cliënt zijn vastgelegd. Zij stelt echter geen eisen aan de vorm, inhoud en uitvoering van contracten voor de verlening van beleggings- of nevendiensten.
- (42)
Deze richtlijn bevat voorschriften voor publicitaire mededelingen die alleen verband houden met de in artikel 19, lid 2, van Richtlijn 2004/39/EG neergelegde verplichting dat aan cliënten verstrekte informatie, met inbegrip van publicitaire mededelingen, correct, duidelijk en niet misleidend moet zijn.
- (43)
Deze richtlijn schrijft niet voor dat de bevoegde autoriteiten vooraf hun goedkeuring moeten hechten aan de vorm en inhoud van publicitaire mededelingen. Zij vormt daarvoor echter evenmin een beletsel, mits zo'n goedkeuring vooraf alleen berust op de nakoming van de in Richtlijn 2004/39/EG neergelegde verplichting dat informatie, met inbegrip van publicitaire mededelingen, correct, duidelijk en niet misleidend moet zijn.
- (44)
Er moeten passende en evenredige informatievoorschriften worden vastgesteld waarin rekening wordt gehouden met de status van een cliënt als niet-professionele dan wel professionele belegger. Richtlijn 2004/39/EG heeft onder meer ten doel een passend evenwicht te waarborgen tussen enerzijds bescherming van de belegger en anderzijds de informatieverplichtingen van beleggingsondernemingen. Daartoe is het aangewezen dat in deze richtlijn ten aanzien van professionele cliënten minder stringente informatievereisten worden opgenomen dan ten aanzien van niet-professionele cliënten. Professionele cliënten moeten immers behoudens beperkte uitzonderingen zelf kunnen uitmaken welke informatie zij voor een goed gefundeerde beslissing nodig hebben, en moeten de beleggingsonderneming alsnog kunnen verzoeken deze informatie te verstrekken. Wanneer dergelijke informatieverzoeken redelijk en evenredig zijn, moeten beleggingsondernemingen aanvullende informatie verstrekken.
- (45)
Beleggingsondernemingen moeten cliënten of potentiële cliënten toereikende informatie verstrekken over de aard van financiële instrumenten en de daaraan verbonden beleggingsrisico's zodat hun cliënten elke beleggingsbeslissing met kennis van zaken kunnen nemen. De gedetailleerdheid van deze informatie kan variëren al naargelang de indeling van de cliënt in de categorie niet-professionele cliënt dan wel professionele cliënt en al naargelang de aard en het risicoprofiel van de aangeboden financiële instrumenten, maar de informatie mag nooit zo algemeen zijn dat essentiële elementen worden weggelaten. Zo kan bij sommige financiële instrumenten alleen de informatie over het soort instrument al voldoende zijn terwijl bij andere instrumenten de informatie op het specifieke product gericht moet zijn.
- (46)
De voorwaarden waaraan informatie van beleggingsondernemingen aan cliënten en potentiële cliënten moet voldoen om als correct, duidelijk en niet-misleidend te worden aangemerkt, moeten op een passende en evenredige wijze worden toegepast op mededelingen aan niet-professionele cliënten, waarbij rekening wordt gehouden met bijvoorbeeld het communicatiemiddel en de informatie die met de mededeling aan de cliënten of potentiële cliënten wordt overgebracht. Met name zou het niet passend zijn om dergelijke voorwaarden toe te passen op publicitaire mededelingen die slechts bestaan uit een of meer van de volgende elementen: de naam van de onderneming, een logo of ander beeldmerk dat met de onderneming in verband wordt gebracht, een contactadres, of een verwijzing naar de door de onderneming verrichte beleggingsdiensten of naar haar vergoedingen en provisies.
- (47)
Voor de toepassing van Richtlijn 2004/39/EG en deze richtlijn moet informatie als misleidend worden aangemerkt als deze neigt naar misleiding van de persoon of personen tot wie ze is gericht of die deze waarschijnlijk ontvangt of ontvangen, ongeacht of de informatieverstrekker zelf deze misleidend acht of misleiding beoogt.
- (48)
Om uit te kunnen maken wanneer informatie geruime tijd voor een in deze richtlijn genoemd tijdstip wordt verstrekt, moet een beleggingsonderneming rekening houden met de urgentie van de situatie en met de tijd die de cliënt nodig heeft om de informatie in kwestie in zich op te nemen en daarop te reageren, alsook met de behoefte van de cliënt aan voldoende tijd om deze informatie door te nemen en te begrijpen voordat deze een beleggingsbeslissing neemt. Cliënten zullen informatie over eenvoudige en gestandaardiseerde producten en diensten of over producten en diensten die zij al eerder hebben gekocht, immers sneller kunnen doornemen dan informatie over meer ingewikkelde of hun onbekende producten en diensten.
- (49)
Deze richtlijn schrijft niet voor dat beleggingsondernemingen alle vereiste informatie over de beleggingsonderneming, financiële instrumenten, kosten en bijbehorende lasten of over de vrijwaring van financiële instrumenten of gelden van cliënten onmiddellijk en gelijktijdig moeten verstrekken, mits zij voldoen aan de algemene verplichting om de relevante informatie geruime tijd voor het in deze richtlijn genoemde tijdstip te verstrekken. Als de informatie geruime tijd voor de verrichting van de dienst aan de cliënt wordt verstrekt, schrijft deze richtlijn niet voor dat de ondernemingen de informatie hetzij apart in het kader van een publicitaire mededeling moeten verschaffen, hetzij in het contract moeten opnemen.
- (50)
Wanneer een beleggingsonderneming een cliënt vóór de verrichting van een dienst informatie moet verschaffen, hoeft elke afzonderlijke transactie in hetzelfde soort financiële instrument niet te worden aangemerkt als de verrichting van een nieuwe of andere dienst.
- (51)
Wanneer een beleggingsonderneming die vermogensbeheerdiensten verricht, aan niet-professionele cliënten of mogelijke niet-professionele cliënten informatie moet verstrekken over de soorten financiële instrumenten die mogen worden opgenomen in de portefeuille van de cliënt, en over de soorten transacties die mogen worden verricht in deze instrumenten, moet in deze informatie afzonderlijk worden aangegeven of de beleggingsonderneming gemachtigd wordt om te beleggen in financiële instrumenten die niet tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, in derivaten en in niet-liquide of zeer volatiele instrumenten, dan wel om short sales of aankopen met geleende middelen, effectenfinancieringstransacties, of transacties die margebetalingen, het stellen van zekerheden of valutarisico's meebrengen, te verrichten.
- (52)
Als een beleggingsonderneming aan een cliënt een exemplaar verstrekt van een prospectus dat is opgesteld en gepubliceerd overeenkomstig Richtlijn 2003/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 november 2003 betreffende het prospectus dat gepubliceerd moet worden wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel worden toegelaten en tot wijziging van Richtlijn 2001/34/EG(5), mag dit niet worden gezien als de verstrekking door de onderneming van informatie aan een cliënt voor de toepassing van de voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening uit hoofde van Richtlijn 2004/39/EG die betrekking hebben op de kwaliteit en inhoud van deze informatie indien de onderneming in het kader van die richtlijn zelf niet verantwoordelijk is voor de informatie die in het prospectus wordt gegeven.
- (53)
De door een beleggingsonderneming aan een niet-professionele cliënt te verstrekken informatie over de kosten en bijbehorende lasten bevat ook nadere gegevens over de regelingen voor betaling of uitvoering van de overeenkomst voor de verrichting van beleggingsdiensten en over alle andere overeenkomsten die betrekking hebben op een financieel instrument dat wordt aangeboden. In dit verband zijn betalingsregelingen gewoonlijk van belang wanneer een contract inzake een financieel instrument wordt beëindigd middels afwikkeling in contanten. Uitvoeringsregelingen zijn gewoonlijk van belang wanneer bij beëindiging van het contract inzake een financieel instrument aandelen, obligaties, een warrant, edelmetaal of een ander instrument of een andere grondstof moeten worden geleverd.
- (54)
Ten aanzien van instellingen voor collectieve belegging die onder Richtlijn 85/611/EEG van de Raad van 20 december 1985 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's) (6) vallen, is het niet de bedoeling van deze richtlijn om de inhoud van het vereenvoudigde prospectus als beschreven in artikel 28 van die richtlijn te reglementeren. Uit de tenuitvoerlegging van deze richtlijn vloeit niet voort dat aan het vereenvoudigde prospectus informatie moet worden toegevoegd.
- (55)
Het vereenvoudigde prospectus verschaft met name voldoende informatie over de kosten en bijbehorende lasten met betrekking tot de icbe zelf. Wel moeten beleggingsondernemingen die rechten van deelneming in icbe's distribueren, hun cliënten aanvullende informatie verstrekken over alle andere kosten en bijbehorende lasten van de door hen verleende beleggingsdiensten in verband met rechten van deelneming in icbe's.
- (56)
Voor de toetsing van de geschiktheid als bedoeld in artikel 19, lid 4, van Richtlijn 2004/39/EG en de toetsing van de passendheid als bedoeld in artikel 19, lid 5, van die richtlijn moeten aparte regelingen worden getroffen. Deze toetsingen verschillen immers in die zin dat ze niet worden toegepast op dezelfde beleggingsdiensten en evenmin dezelfde functies en kenmerken hebben.
- (57)
Voor de toepassing van artikel 19, lid 4, van Richtlijn 2004/ 39/EG kan een transactie vanwege de aan het desbetreffende financiële instrument verbonden risico's, het soort transactie, de kenmerken van de order of de frequentie van de handel ongeschikt zijn voor de cliënt of potentiële cliënt. Een reeks transacties die ieder afzonderlijk beschouwd geschikt zijn, kan ongeschikt zijn als de aanbeveling of de handelsbeslissingen op elkaar volgen in een frequentie die niet in het belang van de cliënt is. Bij vermogensbeheer kan een transactie ook ongeschikt zijn als deze resulteert in een ongeschikte portefeuille.
- (58)
Overeenkomstig artikel 19, lid 4, van Richtlijn 2004/39/EG hoeft een onderneming alleen te toetsen of bepaalde beleggingsdiensten en financiële instrumenten voor een cliënt geschikt zijn als zij aan deze cliënt beleggingsadvies verleent of diens vermogen beheert. Bij andere beleggingsdiensten moet de onderneming op grond van artikel 19, lid 5, van die richtlijn toetsen of een beleggingsdienst of -product voor een cliënt passend is, maar alleen als het product niet wordt aangeboden op louter uitvoerende basis in de zin van artikel 19, lid 6, van die richtlijn (dat alleen van toepassing is op niet-complexe producten).
- (59)
Voor de toepassing van de bepalingen van deze richtlijn die beleggingsondernemingen verplichten de passendheid van aangeboden of verlangde beleggingsdiensten of -producten te toetsen, mag van een cliënt die vóór de datum van toepassing van Richtlijn 2004/39/EG een reeks handelstransacties in een bepaald soort product of dienst heeft verricht, worden aangenomen dat deze over de nodige ervaring en kennis beschikt om te begrijpen welke risico's verbonden zijn aan dit product of deze beleggingsdienst. Wanneer een cliënt na de datum van toepassing van die richtlijn gebruikmaakt van de diensten van een beleggingsonderneming om een reeks van dergelijke handelstransacties te verrichten, hoeft de onderneming elke transactie afzonderlijk niet opnieuw te toetsen. Zij voldoet aan haar plicht uit hoofde van artikel 19, lid 5, van die richtlijn als zij vóór het begin van deze dienstverlening de nodige toetsing van de passendheid verricht.
- (60)
Een aanbeveling, verzoek of advies van een vermogensbeheerder aan een cliënt om een machtiging te verlenen of te wijzigen die de speelruimte van de vermogensbeheerder bepaalt, moet worden aangemerkt als een aanbeveling in de zin van artikel 19, lid 4, van Richtlijn 2004/39/EG.
- (61)
Om uit te maken of een recht van deelneming dat bij het publiek mag worden geplaatst en dat betrekking heeft op een instelling voor collectieve belegging die niet voldoet aan Richtlijn 85/611/EEG, als niet-complex mag worden aangemerkt, moeten tot de omstandigheden waarin waarderingssystemen onafhankelijk zijn van de uitgevende instelling, ook omstandigheden worden gerekend waarin een in een lidstaat gereglementeerde aanbieder van bewaardiensten toezicht op deze systemen houdt.
- (62)
Deze richtlijn schrijft niet voor dat de bevoegde autoriteiten hun goedkeuring moeten hechten aan de inhoud van de basisovereenkomst tussen een beleggingsonderneming en haar niet-professionele cliënten. Zij vormt daarvoor echter evenmin een beletsel, mits zo'n goedkeuring alleen berust op de nakoming door de onderneming van haar verplichting uit hoofde van Richtlijn 2004/39/EG om zich op loyale, billijke en professionele wijze in te zetten voor de belangen van haar cliënten en een dossier aan te leggen waarin de rechten en plichten van de beleggingsonderneming en haar cliënten worden beschreven, alsmede de overige voorwaarden waarop de onderneming diensten voor haar cliënten verricht.
- (63)
De door een beleggingsonderneming bij te houden gegevens moeten in overeenstemming zijn met de aard van de uitgeoefende bedrijfsactiviteit en het gamma verrichte beleggingsdiensten en -activiteiten, mits de in Richtlijn 2004/39/EG en deze richtlijn neergelegde verplichtingen op het gebied van het bijhouden van gegevens worden nagekomen. Voor de toepassing van de rapportageverplichtingen voor vermogensbeheer is een transactie waarbij een voorwaardelijke verplichting is aangegaan, een transactie die voor de cliënt feitelijke of mogelijke verplichtingen meebrengt die verder gaan dan de aanschaffingskosten van het instrument.
- (64)
Voor de toepassing van de voorschriften voor rapportage aan cliënten moet onder een verwijzing naar de soort order worden verstaan een verwijzing naar het ordertype, zoals limietorder, marktorder of enigerlei ander specifiek ordertype.
- (65)
Voor de toepassing van de voorschriften voor rapportage aan cliënten moet onder een verwijzing naar de aard van de order worden verstaan een verwijzing naar een order om op effecten in te schrijven of een optie uit te oefenen, of naar een soortgelijke order van een cliënt.
- (66)
Bij de vaststelling van haar uitvoeringsbeleid overeenkomstig artikel 21, lid 2, van Richtlijn 2004/39/EG moet een beleggingsonderneming het relatieve gewicht van de in artikel 21, lid 1, van die richtlijn genoemde factoren bepalen, of in ieder geval vastleggen hoe zij het relatieve gewicht van deze factoren bepaalt om het best mogelijke resultaat voor haar cliënten te kunnen behalen. Ter uitvoering van dit beleid moet een beleggingsonderneming de plaatsen van uitvoering uitkiezen die haar in staat stellen om consistent het best mogelijke resultaat bij de uitvoering van orders van cliënten te behalen. Een beleggingsonderneming moet haar uitvoeringsbeleid op elke order van een cliënt die zij uitvoert, zodanig toepassen dat voor de cliënt overeenkomstig dit beleid het best mogelijke resultaat wordt behaald. Op grond van het voorschrift van Richtlijn 2004/39/EG om alle redelijke maatregelen te nemen om het best mogelijke resultaat voor de cliënt te behalen, mag een beleggingsonderneming niet worden verplicht in haar uitvoeringsbeleid alle beschikbare plaatsen van uitvoering op te nemen.
- (67)
Om ervoor te zorgen dat een beleggingsonderneming bij de uitvoering van een order van een niet-professionele cliënt voor deze cliënt het best mogelijke resultaat behaalt als er geen specifieke instructies zijn gegeven, moet de onderneming rekening houden met alle factoren die haar in staat stellen het best mogelijke resultaat te behalen met betrekking tot de totale tegenprestatie, die bestaat uit de prijs van het financiële instrument en de uitvoeringskosten. Snelheid, waarschijnlijkheid van uitvoering en afwikkeling, omvang en aard van de order, markteffect en eventuele andere impliciete transactiekosten mogen alleen voorrang krijgen boven de directe prijs- en kostenoverwegingen voor zover ze ertoe bijdragen dat voor de niet-professionele cliënt het best mogelijke resultaat wordt behaald gelet op de totale tegenprestatie.
- (68)
Wanneer een beleggingsonderneming een order volgens specifieke instructies van de cliënt uitvoert, moet zij alleen voor het deel of het aspect van de order waarop de instructies van de cliënt betrekking hebben, geacht worden haar verplichtingen inzake optimale uitvoering te zijn nagekomen. Het feit dat de cliënt specifieke instructies heeft gegeven die gelden voor een deel of aspect van de order, mag de beleggingsonderneming niet ontslaan van haar verplichtingen inzake optimale uitvoering voor andere delen of aspecten van de order waarvoor deze instructies niet gelden. Een beleggingsonderneming mag niet via haar algemene voorwaarden of anderszins proberen haar verplichtingen inzake optimale uitvoering te omzeilen door de cliënt aan te moedigen instructies te geven waardoor de onderneming haar gedragsregels en regelingen inzake optimale uitvoering kan negeren. Een beleggingsonderneming mag een cliënt er niet toe aanzetten om een instructie te geven om een order op een bepaalde wijze uit te voeren, door de inhoud van de instructie expliciet of impliciet aan de cliënt kenbaar te maken, wanneer de onderneming redelijkerwijs zou moeten weten dat zij door een instructie van die strekking wordt belet het best mogelijke resultaat voor de cliënt te behalen. Dit hoeft een onderneming echter niet te beletten een cliënt te vragen een keuze te maken tussen twee of meer specifieke handelsplatforms, mits deze platforms stroken met het uitvoeringsbeleid van de onderneming.
- (69)
Wanneer een beleggingsonderneming voor eigen rekening met cliënten handelt, moet dit worden aangemerkt als de uitvoering van orders van cliënten en daarom onderworpen zijn aan de eisen uit hoofde van Richtlijn 2004/39/EG en deze richtlijn, en met name de voorschriften voor een optimale uitvoering. Als een beleggingsonderneming echter aan een cliënt een koers afgeeft en deze koers voldoet aan de verplichtingen van de onderneming uit hoofde van artikel 21, lid 1, van Richtlijn 2004/39/EG als de onderneming bij het afgeven van de koers de order tegen deze koers uitvoert, dan voldoet de onderneming aan deze zelfde verplichtingen als zij de order tegen haar koers uitvoert nadat de cliënt deze heeft aanvaard, tenzij de koers gezien de wisselende marktomstandigheden en de tijd die verstreken is tussen opgave en aanvaarding van de koers, duidelijk niet meer actueel is.
- (70)
De verplichting om bij de uitvoering van orders van cliënten het best mogelijke resultaat te behalen, geldt voor alle soorten financiële instrumenten. Wel kan het gezien de onderling uiteenlopende structuren van markten en financiële instrumenten moeilijkheden opleveren om voor een optimale uitvoering een uniforme, voor alle categorieën instrumenten geldende, effectieve standaard en procedure vast te stellen. Daarom moeten de voorschriften voor een optimale uitvoering zodanig worden toegepast dat rekening wordt gehouden met het feit dat de omstandigheden per soort financieel instrument waarvoor een order wordt uitgevoerd, verschillen. Zo zijn transacties in een financieel OTC-instrument op maat in het kader van een bijzondere contractuele relatie die op de situatie van de cliënt en de beleggingsonderneming toegesneden is, vanuit het oogpunt van optimale uitvoering wellicht niet vergelijkbaar met transacties in aandelen die op gecentraliseerde plaatsen van uitvoering worden verhandeld.
- (71)
Om te bepalen wanneer er bij de uitvoering van orders van niet-professionele cliënten sprake is van een optimale uitvoering, moeten de kosten van uitvoering de eigen provisies of vergoedingen van een beleggingsonderneming omvatten die aan de cliënt in rekening worden gebracht voor nauw afgebakende doeleinden, wanneer meer dan een in het uitvoeringsbeleid van de onderneming genoemd platform in staat is een bepaalde order uit te voeren. In dergelijke gevallen moet met de eigen provisies en vergoedingen van de onderneming voor de uitvoering van de order op elk van de in aanmerking komende plaatsen van uitvoering rekening worden gehouden om een analyse en vergelijking te verrichten van de resultaten die bij uitvoering van de order op elk van deze plaatsen voor de cliënt zouden worden behaald. Het is echter niet de bedoeling dat een onderneming de op basis van haar eigen uitvoeringsbeleid en haar eigen provisies en vergoedingen voor haar cliënt behaalde resultaten moet vergelijken met resultaten die een andere beleggingsonderneming op basis van een ander uitvoeringsbeleid of een andere opbouw van provisies of vergoedingen voor dezelfde cliënt zou kunnen behalen. Evenmin is het de bedoeling dat een onderneming de verschillen in haar eigen provisies die te maken hebben met verschillen in de aard van de diensten die de onderneming aan de cliënt aanbiedt, onderling moet vergelijken.
- (72)
De bepalingen van deze richtlijn die voorschrijven dat de uitvoeringskosten de eigen provisies of vergoedingen van een beleggingsonderneming moeten omvatten die de cliënt voor het verrichten van een beleggingsdienst in rekening worden gebracht, mogen niet worden toegepast om te bepalen welke plaatsen van uitvoering voor de toepassing van artikel 21, lid 3, van Richtlijn 2004/39/EG in het uitvoeringsbeleid van de onderneming moeten worden opgenomen.
- (73)
Een beleggingsonderneming wordt geacht plaatsen van uitvoering ongelijk te behandelen als zij voor de uitvoering van orders op de diverse plaatsen van uitvoering vergoedingen of spreads in rekening brengt die onderling uiteenlopen zonder dat deze verschillen samenhangen met feitelijke verschillen in kosten die de onderneming voor de uitvoering van orders op deze plaatsen maakt.
- (74)
De voorschriften van deze richtlijn die betrekking hebben op het uitvoeringsbeleid, doen geen afbreuk aan de algemene plicht van een beleggingsonderneming uit hoofde van artikel 21, lid 4, van Richtlijn 2004/39/EG om toezicht te houden op de effectiviteit van haar regelingen en beleid voor orderuitvoering en de in dat beleid opgenomen plaatsen van uitvoering op gezette tijden aan een analyse te onderwerpen.
- (75)
Deze richtlijn wil voorkomen dat in het kader van een optimale uitvoering dubbel werk wordt verricht, namelijk door de beleggingsonderneming die orders ontvangt en doorgeeft of vermogen beheert en de beleggingsonderneming waaraan deze beleggingsonderneming haar orders ter uitvoering doorgeeft.
- (76)
Op grond van de in Richtlijn 2004/39/EG neergelegde verplichting om te zorgen voor een optimale uitvoering, moeten beleggingsondernemingen alle redelijke maatregelen nemen om voor hun cliënten het best mogelijke resultaat te behalen. De kwaliteit van uitvoering, die aspecten omvat als snelheid en waarschijnlijkheid van uitvoering (responstijd) en mogelijkheid en marge voor prijsverbetering, is een factor die voor een optimale uitvoering van groot belang is. Beschikbare, onderling vergelijkbare en geconsolideerde gegevens over de kwaliteit van uitvoering van de verschillende plaatsen van uitvoering zijn voor beleggingsondernemingen en beleggers van cruciaal belang om te kunnen nagaan welke plaatsen van uitvoering voor hun cliënten de hoogste kwaliteit van uitvoering bieden. Deze richtlijn legt plaatsen van uitvoering niet de verplichting op om gegevens over hun kwaliteit van uitvoering openbaar te maken, omdat plaatsen van uitvoering en gegevensverstrekkers in staat moeten worden gesteld zelf te komen met oplossingen voor de verstrekking van gegevens over de kwaliteit van uitvoering. De Commissie moet uiterlijk op 1 november 2008 met een verslag komen over de marktgestuurde ontwikkelingen op dit gebied en over de beschikbaarheid, onderlinge vergelijkbaarheid en consolidatie op Europees niveau van informatie over de kwaliteit van uitvoering.
- (77)
Voor de toepassing van de in deze richtlijn neergelegde bepalingen inzake de verwerking van orders van cliënten moet de herallocatie van transacties als nadelig voor een cliënt worden aangemerkt als de beleggingsonderneming of een bepaalde cliënt daarmee onrechtmatig wordt bevoordeeld.
- (78)
Onverminderd Richtlijn 2003/6/EG mogen voor de toepassing van de in deze richtlijn neergelegde bepalingen inzake de verwerking van orders van cliënten orders van cliënten die langs verschillende dragers worden ontvangen en niet in volgorde van ontvangst kunnen worden afgehandeld, niet als overigens vergelijkbaar worden beschouwd. Voor de verdere toepassing van deze bepalingen moet het feit dat een beleggingsonderneming informatie over een lopende order van een cliënt gebruikt om voor eigen rekening te handelen in de financiële instrumenten waarop de order van de cliënt betrekking heeft, of in gelieerde financiële instrumenten als misbruik van deze informatie worden aangemerkt. Het loutere feit dat marketmakers of instanties die als tegenpartij mogen optreden, zich beperken tot hun legitieme bedrijf van koop en verkoop van financiële instrumenten of dat personen die bevoegd zijn om orders namens derden uit te voeren, zich beperken tot het naar behoren uitvoeren van een order, mag op zichzelf echter niet als misbruik van informatie aangemerkt worden.
- (79)
Advies over financiële instrumenten dat wordt gegeven in een krant, dagblad, tijdschrift of andere publicatie voor het grote publiek (met inbegrip van internet) dan wel in een televisie- of radio-uitzending mag niet worden aangemerkt als een gepersonaliseerde aanbeveling als bedoeld in de in Richtlijn 2004/39/EG vervatte definitie van het begrip beleggingsadvies.
- (80)
Deze richtlijn eerbiedigt de grondrechten en beginselen die met name zijn erkend in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, en in het bijzonder in artikel 11 daarvan, alsmede in artikel 10 van het Europees Verdrag inzake de rechten van de mens. In dit verband belet niets in deze richtlijn de lidstaten om hun constitutionele regels inzake de persvrijheid en de vrijheid van meningsuiting in de media toe te passen.
- (81)
Algemeen advies over een soort financieel instrument is geen beleggingsadvies in de zin van Richtlijn 2004/39/EG, omdat in de onderhavige richtlijn wordt aangegeven dat onder beleggingsadvies in de zin van Richtlijn 2004/39/EG alleen advies over bepaalde financiële instrumenten wordt verstaan. Als een beleggingsonderneming echter aan een cliënt algemeen advies verstrekt over een soort financieel instrument dat zij voorstelt als een advies dat geschikt is voor de betrokken cliënt of berust op een afweging van diens persoonlijke omstandigheden, en dit advies in werkelijkheid niet voor de cliënt geschikt is of niet op een afweging van diens omstandigheden berust, dan mag al naargelang de omstandigheden van het specifieke geval worden aangenomen dat zij in strijd met artikel 19, leden 1 of 2, van Richtlijn 2004/39/EG handelt. Met name zal een onderneming die een cliënt dergelijk advies verstrekt, dan veelal handelen in strijd met artikel 19, lid 1, dat bepaalt dat zij zich op loyale, billijke en professionele wijze voor de belangen van haar cliënten moet inzetten. Evenzo of anders zal dergelijk advies veelal in strijd zijn met artikel 19, lid 2, dat bepaalt dat aan cliënten verstrekte informatie correct, duidelijk en niet misleidend moet zijn.
- (82)
Voorbereidingen van een beleggingsonderneming op de verrichting van een beleggingsdienst of beleggingsactiviteit dienen als integrerend deel van deze dienst of activiteit te worden aangemerkt. Daaronder valt ook de verlening door een beleggingsonderneming van algemeen advies aan cliënten of potentiële cliënten vóór of bij de verlening van beleggingsadvies of de verrichting van een andere beleggingsdienst of -activiteit.
- (83)
Een algemene aanbeveling (d.w.z. een aanbeveling die bedoeld is voor distributiekanalen of voor het publiek) die op een transactie in een financieel instrument of op een soort financieel instrument betrekking heeft, vormt een nevendienst in de zin van deel B, onder 5, van bijlage I bij Richtlijn 2004/39/EG, hetgeen tot gevolg heeft dat Richtlijn 2004/39/EG en de daardoor geboden bescherming op een dergelijke aanbeveling van toepassing is.
- (84)
Bij het Comité van Europese effectenregelgevers, dat bij Besluit 2001/527/EG (7) door de Commissie is ingesteld, is technisch advies ingewonnen.
- (85)
De in deze richtlijn vervatte maatregelen stroken met het advies van het Europees Comité voor het effectenbedrijf,
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Voetnoten
PB L 145 van 30.4.2004, blz. 1. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 2006/31/EG (PB L 114 van 27.4.2006, blz. 60).
PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31. Richtlijn gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).
PB L 339 van 24.12.2003, blz. 73.
PB L 96 van 12.4.2003, blz. 16.
PB L 345 van 31.12.2003, blz. 64.
PB L 375 van 31.12.1985, blz. 3. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2005/1/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 79 van 24.3.2005, blz. 9).
PB L 191 van 13.7.2001, blz. 43.