V-N 2011/24.17
Conclusie over BPM-naheffing bij orthodontiste met twee woningen in twee lidstaten (art. 4 AWR; art. 1 Wet BPM 1992)
HR (Parket) 31-03-2011, ECLI:NL:PHR:2012:BQ2085, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Parket)
- Datum
31 maart 2011
- Zaaknummer
10/02689
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
BQ2085
- JCDI
JCDI:ADS178025:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Fiscaal bestuursrecht / Woon- en vestigingsplaats
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Belastingheffing van motorrijtuigen (V)
Belastingheffing van motorrijtuigen / Belasting van personenauto's en motorrijwielen
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2012:BQ2085, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑04‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑04‑2012
ECLI:NL:PHR:2012:BQ2085, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 31‑03‑2011
- Wetingang
Samenvatting
Belanghebbende, die de Belgische nationaliteit heeft, exploiteert sinds 1998 in Nederland een orthodontiepraktijk. De praktijk wordt gedreven in de vorm van een bv en is vier dagen per week geopend. X en haar partner verblijven slechts in Nederland op de dagen dat X hier werkt. X beschikt sinds 1996 over een huurappartement in België. In Nederland is X sinds juni 2002 eigenaresse van een luxe woonboerderij met gastenverblijf. X rijdt in Nederland met een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.