Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2021/1058 inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds
Artikel 11 Duurzame stedelijke ontwikkeling
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2021
- Bronpublicatie:
24-06-2021, PbEU 2021, L 231 (uitgifte: 30-06-2021, regelingnummer: 2021/1058)
- Inwerkingtreding
01-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-06-2021, PbEU 2021, L 231 (uitgifte: 30-06-2021, regelingnummer: 2021/1058)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Financiering
Milieurecht / Algemeen
EU-recht / Marktintegratie
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
Sociale zekerheid algemeen / Bijzondere onderwerpen
1.
Om economische, ecologische, klimatologische, demografische en sociale uitdagingen aan te pakken, ondersteunt het EFRO geïntegreerde territoriale ontwikkeling via strategieën voor territoriale of vanuit de gemeenschap geleide lokale ontwikkeling overeenkomstig artikel 29 respectievelijk 32 van Verordening (EU) 2021/1060, die gericht zijn op stedelijke gebieden, met inbegrip van functionele stedelijke gebieden (‘duurzame stedelijke ontwikkeling’) in programma's in het kader van beide in artikel 5, lid 2, van die verordening genoemde doelstellingen.
Bijzondere aandacht wordt besteed aan het aanpakken van milieu- en klimaatuitdagingen, met name de transitie naar een klimaatneutrale economie in 2050, het benutten van het potentieel van digitale technologieën voor innovatiedoeleinden en het ondersteunen van de ontwikkeling van functionele stedelijke gebieden. In dit verband tellen de middelen voor duurzame stedelijke ontwikkeling die zijn geprogrammeerd in het kader van de prioriteiten die overeenstemmen met de beleidsdoelstellingen 1 en 2, mee voor het voldoen aan de vereisten inzake thematische concentratie op grond van artikel 4.
2.
Ten minste 8 % van de EFRO-middelen op nationaal niveau in het kader van de doelstelling ‘investeren in werkgelegenheid en groei’, anders dan voor technische bijstand, wordt toegewezen aan duurzame stedelijke ontwikkeling, in een of meer van de vormen die zijn bedoeld in artikel 28 van Verordening (EU) 2021/1060.
De betrokken territoriale autoriteiten of instanties selecteren, of worden betrokken bij de selectie van, concrete acties overeenkomstig artikel 29, lid 3, en artikel 32, lid 3, punt d), van Verordening (EU) 2021/1060.
De betrokken programma's vermelden de geplande bedragen voor dat doel als bedoeld in artikel 22, lid 3, punt d), viii), van Verordening (EU) 2021/1060.
3.
Aan het vereiste percentage dat moet worden uitgetrokken voor duurzame stedelijke ontwikkeling als bedoeld in lid 2 van dit artikel moet gedurende de gehele programmeringsperiode worden voldaan wanneer EFRO-toewijzingen worden overgedragen tussen de prioriteiten van een programma of tussen programma's onderling, ook bij de tussentijdse evaluatie conform artikel 18 van Verordening (EU) 2021/1060.
4.
Indien de EFRO-toewijzing wordt verlaagd na een vrijmaking op grond van artikel 105 van Verordening (EU) 2021/1060 of als gevolg van financiële correcties door de Commissie overeenkomstig artikel 104 van die verordening, wordt niet opnieuw beoordeeld of aan lid 2 van dit artikel is voldaan.