Einde inhoudsopgave
Besluit slachtoffers van strafbare feiten
Artikel 9
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2017
- Bronpublicatie:
24-08-2016, Stb. 2016, 310 (uitgifte: 05-09-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-04-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-03-2017, Stb. 2017, 128 (uitgifte: 31-03-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Tijdens het voorbereidend onderzoek en het onderzoek ter terechtzitting:
- a.
loopt de ondervraging van het slachtoffer geen onnodige vertraging op nadat aangifte van het strafbare feit is gedaan;
- b.
wordt het aantal ondervragingen van het slachtoffer tot het minimum beperkt en vindt ondervraging alleen plaats als dat strikt noodzakelijk is met het oog op het strafrechtelijk onderzoek;
- c.
worden er over het privéleven van het slachtoffer alleen vragen gesteld die nodig zijn en verband houden met het strafbare feit;
- d.
worden medische onderzoeken tot een minimum beperkt en alleen uitgevoerd indien dat strikt noodzakelijk is met het oog op het strafrechtelijk onderzoek.
2.
Bij ministeriële regeling kunnen voorschriften worden gegeven betreffende:
- a.
maatregelen tot bescherming van slachtoffers, waaronder in het bijzonder minderjarige slachtoffers, en hun familieleden;
- b.
de voorwaarden waaronder contact tussen het slachtoffer en, zo nodig, zijn familieleden, en de verdachte of veroordeelde kan worden vermeden in gebouwen waar het strafproces plaats heeft, tenzij het strafproces dit vereist;
- c.
het voorzien in afzonderlijke wachtruimten voor slachtoffers in nieuwe gerechtsgebouwen.