Inhoudsopgave
DD 2024/29:De invulling van roekeloosheid via artikel 5a WVW; een analyse van de feitenrechtspraak
DD 2024/29
De invulling van roekeloosheid via artikel 5a WVW; een analyse van de feitenrechtspraak
Documentgegevens:
J.P. Cnossen, datum 11-04-2024
- Datum
11-04-2024
- Auteur
J.P. Cnossen1
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS956071:1
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
29.1 ECLI:NL:RBOBR:2022:6046
“Het oordeel van de rechtbank
Juridisch kader
Voor een bewezenverklaring van overtreding van artikel 6 WVW moet kunnen worden vastgesteld dat verdachte zich in het verkeer zodanig heeft gedragen dat het aan zijn schuld is te wijten dat een verkeersongeval heeft plaatsgevonden. Het juridische begrip “schuld” houdt daarbij in dat minimaal sprake moet zijn van een aanmerkelijke mate van verwijtbare onvoorzichtigheid en/of onoplettendheid. Volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad is niet in zijn algemeenheid aan te geven of één verkeersovertreding voldoende kan zijn voor bewezenverklaring van schuld in de zin van artikel 6 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.