Einde inhoudsopgave
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering BES
Artikel 642c
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, zoals gewijzigd bij de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (17-05-2010, Stb. 350) en de Aanpassingsregeling BES-wetten (28-09-2010, Stcrt. 15040). Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
22-09-2010, Stb. 2010, 497 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
1.
Bij de behandeling van het in artikel 642a bedoelde verzoek kan geen beroep worden gedaan op artikel 754 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek.
2.
Bij toewijzing van het verzoek bepaalt het gerecht in eerste aanleg met inachtneming van de artikelen 755 en 756 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek het in rekeneenheden uitgedrukte beloop van het fonds of de fondsen. Hij beveelt de verzoeker op een door hem te bepalen dag, die niet later ligt dan één maand na de dag van de beschikking, fonds te stellen:
- a.
door het bedrag van het fonds, berekend met inachtneming van de artikelen 755, 756 en 759 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek, vermeerderd met de wettelijke rente ingevolge artikel 757, alsmede vermeerderd met een bedrag ter bestrijding van de kosten van de procedure, ter griffie van het gerecht in eerste aanleg te storten, of
- b.
door op andere door hem bepaalde wijze zekerheid te stellen ten belope van het in onderdeel a bedoelde bedrag, alsnog vermeerderd met de wettelijke rente daarover van de aanvang van de dag, volgende op de dag van laatstbedoelde zekerheidstelling, tot de aanvang van de dag waarop de griffier de in artikel 642v bedoelde oproep doet uitgaan.
3.
De rechter in eerste aanleg vervult tevens de functie van rechter-commissaris ter vaststelling van de staat van verdeling van het fonds of de fondsen. Hij benoemt een vereffenaar van het fonds of de fondsen. Zo hij daartoe termen aanwezig acht, kan hij voor ieder fonds meer dan één vereffenaar benoemen.
4.
Het fonds wordt gesteld ten name van de rechter-commissaris en de vereffenaar, die daarover met uitsluiting van de verzoeker, doch slechts gezamenlijk, kunnen beschikken.
5.
De beschikking van het gerecht in eerste aanleg is uitvoerbaar bij voorraad. De werking van de beschikking kan door de hogere rechter niet worden geschorst.
6.
De verzoeker die aan het bevel van het gerecht in eerste aanleg heeft voldaan, richt zich onverwijld tot haar met het verzoek zulks te verklaren. Indien het gerecht deze verklaring weigert, kan het de verzoeker een hernieuwd bevel tot het stellen van fonds geven op een door haar te bepalen dag, die niet later kan liggen dan één maand na de dag van de beschikking. De verzoeker die aan dit hernieuwde bevel van het gerecht heeft voldaan, richt zich wederom tot haar met het verzoek zulks te verklaren. De tweede volzin is alsdan niet van toepassing.
7.
De verzoeker ten aanzien van wie het gerecht in eerste aanleg geen verklaring heeft gegeven, kan zijn aansprakelijkheid niet meer op grond van artikel 750 of 751 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek beperken.
8.
Op de voldoening aan een bevel tot storting of andere zekerheidstelling als bedoeld in dit artikel, zijn de artikelen 45 tot en met 48 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek en de artikelen 38 tot en met 45 van de Faillissementswet BES niet van toepassing.