Einde inhoudsopgave
Besluit Wfsv
Artikel 2.19b WGA-staartlasten
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
24-06-2019, Stb. 2019, 236 (uitgifte: 28-06-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-06-2019, Stb. 2019, 236 (uitgifte: 28-06-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen / Bijzondere onderwerpen
Sociale zekerheid algemeen (V)
1.
De WGA-staartlasten komen ten laste van het Arbeidsongeschiktheidsfonds.
2.
De eigenrisicodrager draagt het risico van de betaling van de WGA-uitkeringen aan werknemers, bedoeld in artikel 2.19, onderdeel c, en de overlijdensuitkeringen, bedoeld in artikel 82, eerste lid, van de Wet WIA niet, indien deze eigenrisicodrager een kleine werkgever als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, onderdeel b , is of gedeeltelijk indien hij een middelgrote werkgever als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, onderdeel c, is, voor zover deze WGA-uitkeringen niet zijn toegekend of de wachttijd niet is ingegaan vóór de dag van ingang van een eerdere periode van eigenrisicodragen.
3.
Indien de eigenrisicodrager een middelgrote werkgever is, wordt voor de toepassing van dit artikel het deel van de WGA-staartlasten in aanmerking genomen, dat bestaat uit deze lasten maal (1-(loonsomwgr – loonsomlaag)/(loonsomhoog – loonsomlaag))
waarbij:
- –
loonsomwgr staat voor: de verzekerde loonsom van de middelgrote werkgever twee kalenderjaren voorafgaand aan de dag van aanvang van het eigenrisicodragen;
- –
loonsomlaag staat voor: 10 maal het gemiddelde premieplichtige loon per werknemer, bedoeld in artikel 2.5, tweede lid , twee kalenderjaren voorafgaand aan de dag van aanvang van het eigenrisicodragen;
- –
loonsomhoog staat voor: 100 maal het gemiddelde premieplichtige loon per werknemer, bedoeld in artikel 2.5, tweede lid , twee kalenderjaren voorafgaand aan de dag van aanvang van het eigenrisicodragen.
4.
De vermenigvuldigingsfactor, bedoeld in het derde lid, wordt naar beneden afgerond op twee cijfers achter de komma.