Einde inhoudsopgave
Besluit Beroep in Belastingzaken
2.2.3 Tegemoetkomen aan de grieven van belanghebbende
Geldend
Geldend vanaf 07-04-2021
- Bronpublicatie:
25-03-2021, Stcrt. 2021, 16743 (uitgifte: 06-04-2021, regelingnummer: 2021-1729)
- Inwerkingtreding
07-04-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-03-2021, Stcrt. 2021, 16743 (uitgifte: 06-04-2021, regelingnummer: 2021-1729)
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
Fiscaal procesrecht / Griffierecht
Fiscaal procesrecht / Proceskostenvergoeding
Fiscaal procesrecht / Procesorde
1
Als de inspecteur zich geheel kan verenigen met de door belanghebbende opgeworpen gronden probeert hij met belanghebbende overeen te komen dat deze zijn beroepschrift intrekt onder de voorwaarde dat het bestreden besluit ambtshalve verminderd of vernietigd zal worden. De inspecteur probeert daarbij met belanghebbende tot overeenstemming te komen over de vergoeding van de proceskosten van belanghebbende overeenkomstig artikel 8:75 Awb en het Besluit proceskosten bestuursrecht, zodat de rechtbank niet meer een kostenveroordeling als bedoeld in artikel 8:75a, eerste lid, Awb hoeft uit te spreken.
2
De inspecteur kan ambtshalve vermindering of teruggaaf verlenen voor zover hij zich kan verenigen met de door belanghebbende opgeworpen gronden. De inspecteur kan daarbij aanleiding zien voor een vergoeding van de proceskosten van belanghebbende overeenkomstig artikel 8:75 Awb en het Besluit proceskosten bestuursrecht. De inspecteur verstrekt de rechtbank zo spoedig mogelijk een afschrift van zijn beslissing.
3
Als belanghebbende zijn beroep intrekt zonder dat de inspecteur aan de gronden van belanghebbende is tegemoetgekomen, kan de inspecteur het door belanghebbende betaalde griffierecht vergoeden. Het griffierecht wordt niet vergoed als er sprake is van kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht door belanghebbende, zoals (herhaald) lichtvaardig procederen.