Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen Nederland en België betreffende de toepassing der wederzijdse wetgeving op het punt der sociale verzekering
Artikel 6
Geldend
Geldend vanaf 15-06-1960. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-1957
- Bronpublicatie:
04-11-1957, Trb. 1958, 1 (uitgifte: 20-01-1958, kamerstukken/regelingnummer: -)
04-11-1957, Trb. 1960, 82 (uitgifte: 01-01-1960, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
15-06-1960, terugwerkend tot: 01-01-1957
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-08-1960, Trb. 1960, 83 (uitgifte: 01-01-1960, kamerstukken/regelingnummer: -)
06-08-1960, Trb. 1960, 83 (uitgifte: 01-01-1960, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationale sociale zekerheid / Vrij verkeer
1.
Een loonarbeider of een met deze gelijkgestelde, die in België zijn woonplaats heeft en die verzekerd is ingevolge de Nederlandse wetgeving inzake de algemene ouderdomsverzekering, blijft verzekerd gedurende elk tijdvak van tijdelijke of blijvende ongeschiktheid tot werken, veroorzaakt door een ziekte, een bedrijfsongeval of een beroepsziekte, waarvoor een uitkering van Nederlandse zijde wordt genoten, indien de ongeschiktheid tenminste 50% bedraagt en indien de arbeider het werk in België niet heeft hervat als loonarbeider of als zelfstandige.
2.
De in België wonende echtgenote, beneden de 65-jarige leeftijd, van een verzekerde ingevolge de Nederlandse wetgeving inzake de algemene ouderdomsverzekering is eveneens verzekerd, behoudens, al naar gelang het geval, over het tijdvak:
- —
gedurende hetwelk zij tevens tijdvakken van verzekering of van bijdragebetaling of daarmede gelijkgestelde tijdvakken heeft vervuld krachtens een Belgische regeling van verplichte ouderdomsverzekering;
- —
gedurende hetwelk zij op grond van een zodanige regeling een ouderdomspensioen geniet.