Einde inhoudsopgave
Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg
Artikel 65
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2019
- Bronpublicatie:
11-07-2018, Stb. 2018, 260 (uitgifte: 24-08-2018, kamerstukken: 34629)
- Inwerkingtreding
01-04-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-02-2019, Stb. 2019, 111 (uitgifte: 14-03-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Klacht- en tuchtrecht
Gezondheidsrecht / Ordening en verzekering
1.
Een zaak wordt in eerste aanleg bij het bevoegde regionale tuchtcollege aanhangig gemaakt door indiening van een klaagschrift door:
- a.
een rechtstreeks belanghebbende;
- b.
degene die aan de beklaagde, een opdracht heeft verstrekt;
- c.
degene bij wie of het bestuur van een instelling waarbij de beklaagde, werkzaam of voor het verlenen van individuele gezondheidszorg ingeschreven is;
- d.
de inspecteur.
2.
De inhoud van het klaagschrift moet voldoen aan de daaromtrent bij algemene maatregel van bestuur te stellen eisen.
3.
De vooronderzoeker kan, indien de zaak hem daartoe geschikt voorkomt, bij het horen van de klager en de beklaagde, een minnelijke oplossing beproeven.
4.
Indien een minnelijke oplossing mogelijk blijkt, wordt deze op schrift gesteld en door de klager en de beklaagde, ondertekend. Met een aldus vastgestelde minnelijke oplossing geeft de klager te kennen zijn klacht in te trekken.
5.
De bevoegdheid tot het indienen van een klaagschrift vervalt door verjaring in tien jaren. De termijn van verjaring vangt aan op de dag na die waarop het desbetreffende handelen of nalaten is geschied.
6.
Indien naar zijn oordeel de behandeling van de zaak door het tuchtcollege geen uitstel gedoogt zonder groot nadeel voor het belang van de bescherming van de individuele gezondheidszorg, verzoekt de inspecteur het tuchtcollege de zaak met spoed te behandelen.
7.
De inspecteur is verplicht ter zake van door hem ingediende klaagschriften aan de ambtenaren van het openbaar ministerie de door hen gevraagde inlichtingen te verstrekken. Hij kan de in de eerste volzin bedoelde ambtenaren ook uit eigen beweging ter zake inlichten.