RvdW 2009, 703
Geen doorbreking verschoningsrecht arts.
HR 26-05-2009, ECLI:NL:HR:2009:BG5979
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 mei 2009
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, B.C. de Savornin Lohman, J.W. Ilsink, J. de Hullu, W.F. Groos
- Zaaknummer
S 07/11808 B
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BG5979
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2009:BG5979, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑05‑2009
ECLI:NL:HR:2009:BG5979, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑05‑2009
- Wetingang
Sv art. 98 lid 1, 218
Essentie
Een 10 maanden oude baby komt thuis te overlijden nadat zich eerder een aantal niet goed medisch verklaarde levensbedreigende incidenten hebben voorgedaan waarvoor de baby in het LUMC is behandeld. De moeder van de baby wordt aangemerkt als verdachte. Ondanks dat de ouders toestemming hebben gegeven, wil het LUMC de medische gegevens van de baby niet aan het OM verstrekken. De HR stelt voorop dat de aan de arts gegeven toestemming om onder het verschoningsrecht vallende informatie aan derden te verstrekken, het verschoningsrecht niet opheft (vgl. NJ 1991, 124). In casu gaat het niet om een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.