Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2015/847 betreffende bij geldovermakingen te voegen informatie
Artikel 5 Geldovermakingen binnen de Unie
Geldend
Geldend van 25-06-2015 tot 30-12-2024
- Bronpublicatie:
20-05-2015, PbEU 2015, L 141 (uitgifte: 05-06-2015, regelingnummer: 2015/847)
- Inwerkingtreding
25-06-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-05-2015, PbEU 2015, L 141 (uitgifte: 05-06-2015, regelingnummer: 2015/847)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Openbare orde en veiligheid / Terrorismebestrijding
1.
In afwijking van artikel 4, leden 1 en 2, en wanneer alle bij de betalingsketen betrokken betalingsdienstaanbieders binnen de Unie zijn gevestigd, wordt bij een geldovermaking ten minste het betaalrekeningnummer van de betaler en van de begunstigde gevoegd, of de unieke identificatiecode van de transactie wanneer artikel 4, lid 3, van toepassing is, onverminderd de informatievereisten die in Verordening (EU) nr. 260/2012 zijn vastgesteld, indien van toepassing.
2.
Onverminderd lid 1 stelt de betalingsdienstaanbieder van de betaler op verzoek van de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde of de intermediaire betalingsdienstaanbieder binnen de drie werkdagen na ontvangst van dat verzoek om informatie het volgende beschikbaar:
- a)
voor geldovermakingen van meer dan 1 000 EUR, ongeacht of die overmakingen worden uitgevoerd als een enkele transactie dan wel in meerdere transacties die met elkaar in verband lijken te staan, de informatie over de betaler of de begunstigde overeenkomstig artikel 4;
- b)
voor geldovermakingen van ten hoogste 1 000 EUR die niet in verband lijken te staan met andere geldovermakingen die samen met de betreffende geldovermaking meer dan 1 000 EUR bedragen, ten minste:
- i)
de naam van de betaler en van de begunstigde,
- ii)
het betaalrekeningnummer van zowel de betaler als de begunstigde, of de unieke identificatiecode van de transactie wanneer artikel 4, lid 3, van toepassing is.
3.
In afwijking van artikel 4, lid 4, moet de betalingsdienstaanbieder van de betaler bij de in lid 2, punt b), van dit artikel bedoelde geldovermakingen, de informatie over de betaler niet verifiëren, tenzij de betalingsdienstaanbieder van de betaler:
- a)
de over te maken geldmiddelen contant of als anoniem elektronisch geld ontvangen heeft, of
- b)
goede redenen heeft om witwassen of terrorismefinanciering te vermoeden.