NJ 1940/250
Een aangifte in den zin van art. 188 Sr. Een ten bezware van verd. gebezigd stuk niet voorgelezen of daarvan de korte inhoud niet medegedeeld?
HR 02-01-1940, ECLI:NL:HR:1940:234
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 januari 1940
- Magistraten
Mrs. Taverne, de Menthon Bake, Servatius, Hijink en van der Flier
- Zaaknummer
[021940/NJ_1940-250]
- Conclusie
Mr. Holsteyn
- JCDI
JCDI:ADS131159:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1940:234, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑01‑1940
- Wetingang
Essentie
Een aangifte in den zin van art. 188 Sr. Een ten bezware van verd. gebezigd stuk niet voorgelezen of daarvan de korte inhoud niet medegedeeld?
Samenvatting
De in den aan den Burgemeester gerichten brief uitgesproken beschuldiging, welke hierop neerkomt dat K. een „koopbrief", waarop hij zich tot verweer tegen de aangifte van ontvreemding der automobiel beroept, valschelijk zoude hebben opgemaakt of vervalscht, is van zoodanigen aard, dat naar aanleiding daarvan een strafrechtelijk ingrijpen der Justitie was te verwachten, waarvan, blijkens het noemen van het wetsartikel volgens hetwelk K. strafbaar zou zijn, req. zich ook bewust was. Hieruit volgt, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.