Na vernietiging aanslag is beroep niet-ontvankelijk

Documentgegevens:

HR 10-02-2017, ECLI:NL:HR:2017:203

Instantie: Hoge Raad
Datum: 10 februari 2017
Zaaknummer: 16/01939
Vakgebied(en): Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2017:203, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑02‑2017
Wetingang: Algemene wet bestuursrecht (BWBR0005537, 1:2)Algemene wet inzake rijksbelastingen (BWBR0002320, 11 lid 3)

Essentie

Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de rechtbank het beroep van X terecht wegens gebrek aan belang niet-ontvankelijk heeft verklaard. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

Samenvatting

Belanghebbende, X, verzoekt na het verstrijken van de driejaarstermijn van art. 11 lid 3 AWR de inspecteur om een aanslag IB/PVV 2009 op te leggen. Omdat X na verrekening van loonheffing slechts € 7 moet betalen, legt de inspecteur een nihilaanslag op. X wendt tegen deze aanslag rechtsmiddelen aan. Hangende het beroep besluit de inspecteur de aanslag te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.