HR 24 januari 2017, ECLI:NL:HR:2017:73. Dat ambtshalve beoordeling van dit verzuim ook mogelijk is maak ik op uit HR 15 januari 2002, ECLI:NL:HR:2002:AD5545.
HR, 14-09-2021, nr. 15/03277
ECLI:NL:HR:2021:1247
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14-09-2021
- Zaaknummer
15/03277
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2021:1247, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑09‑2021; (Cassatie, Beschikking)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2021:562
ECLI:NL:PHR:2021:562, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑06‑2021
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2021:1247
- Vindplaatsen
SR-Updates.nl 2021-0276
Uitspraak 14‑09‑2021
Inhoudsindicatie
Beklag, beslag op auto met gestolen onderdelen onder belanghebbende t.z.v. verdenking van diefstal dan wel heling. Afzonderlijke rechterlijke beschikking tot onttrekking aan het verkeer van auto, art. 552f.2 Sv en art. 36b.1.4 Sr. Heeft Rb ten onrechte geen geldelijke tegemoetkoming toegekend bij onttrekking aan het verkeer van personenauto? P-v van onderzoek in raadkamer ontbreekt, art. 25.1 Sv. Voor beoordeling van middel is het van belang dat HR kan kennisnemen van wat er tijdens onderzoek in raadkamer aan de orde is geweest. Bij stukken van dossier bevindt zich echter niet p-v van onderzoek in raadkamer. Uit door HR ingewonnen inlichtingen bij Rb blijkt dat daar geen documenten meer beschikbaar zijn in deze zaak. Nu er geen p-v van dat onderzoek beschikbaar is, kan niet worden beoordeeld of middel terecht is voorgesteld. Volgt vernietiging en terugwijzing. Samenhang met 15/03278 B.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 15/03277 B
Datum 14 september 2021
BESCHIKKING
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de rechtbank Den Haag van 7 juli 2015, nummer RK 15/2063, op een vordering als bedoeld in artikel 552f lid 2 van het Wetboek van Strafvordering, in de zaak
van
[belanghebbende],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1989,
hierna: de belanghebbende.
1. Procesverloop in cassatie
Het beroep is ingesteld door de belanghebbende. Namens deze heeft M.D. Rijnsburger, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beschikking en tot terugwijzing van de zaak naar de rechtbank Den Haag opdat de zaak op de vordering tot onttrekking aan het verkeer opnieuw wordt behandeld en afgedaan.
2. Beoordeling van het cassatiemiddel
2.1
Het cassatiemiddel klaagt dat de rechtbank geen geldelijke tegemoetkoming heeft toegekend bij de onttrekking aan het verkeer van een personenauto.
2.2
Voor de beoordeling van het cassatiemiddel is het van belang dat de Hoge Raad kan kennisnemen van wat er tijdens het onderzoek in raadkamer aan de orde is geweest. Bij de stukken van het dossier bevindt zich echter niet het proces-verbaal van het onderzoek in raadkamer. Uit door de Hoge Raad ingewonnen inlichtingen bij de rechtbank blijkt dat daar geen documenten meer beschikbaar zijn in deze zaak.
2.3
Nu er geen proces-verbaal van dat onderzoek beschikbaar is, kan niet worden beoordeeld of het cassatiemiddel terecht is voorgesteld. De beschikking van de rechtbank kan daarom niet in stand blijven.
3. Beslissing
De Hoge Raad:
- vernietigt de beschikking van de rechtbank;
- wijst de zaak terug naar de rechtbank Den Haag, opdat de zaak opnieuw wordt behandeld en afgedaan.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en C. Caminada, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 14 september 2021.
Conclusie 15‑06‑2021
Inhoudsindicatie
Conclusie A-G. Cassatieberoep tegen toewijzing vordering tot verbeurdverklaring ex art. 552f Sv. A-G concludeert ambtshalve tot cassatie nu p-v behandeling in raadkamer bij de rechtbank in het ongerede is geraakt. Samenhang met 15/03278.
Partij(en)
PROCUREUR-GENERAAL
BIJ DE
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
Nummer 15/03277 B
Zitting 15 juni 2021
CONCLUSIE
T.N.B.M. Spronken
In de zaak
[de beslagene] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1989,
hierna: de beslagene.
1. Het cassatieberoep
1.1.
De rechtbank Den Haag heeft bij beschikking van 7 juli 2015 de vordering van de officier van justitie ex art. 552f Sv strekkende tot onttrekking aan het verkeer van een personenauto van het merk Volkswagen, type Golf, voorzien van het kenteken [kenteken] , toegewezen.
1.2.
Er bestaat samenhang met de zaak 15/03278. In deze zaak zal ik vandaag ook concluderen.
2. Ambtshalve beoordeling van de beschikking
2.1.
Uit de beschikking van de rechtbank blijkt dat de vordering van de officier van justitie tot verbeurdverklaring op 23 juni 2015 in raadkamer is behandeld.
2.2.
Bij de aan de Hoge Raad toegezonden stukken bevindt zich slechts de bestreden beschikking, de akte cassatie en naar aanleiding van herhaalde verzoeken van de zijde van de Hoge Raad, een brief van de rechtbank waaruit moet worden opgemaakt dat de (overige) processtukken in het ongerede zijn geraakt. Daardoor is (ook) niet meer vast te stellen òf er wel een proces-verbaal van de behandeling in raadkamer is opgemaakt.
2.3.
Over het ontbreken bij de stukken van het proces-verbaal van de behandeling in raadkamer wordt in cassatie niet geklaagd.
2.4.
Volgens art. 25 lid 1 Sv, moet van het onderzoek door de raadkamer door de griffier een proces-verbaal worden opgemaakt met daarin de zakelijke inhoud van de afgelegde verklaringen en hetgeen verder bij dat onderzoek is voorgevallen. Deze bepaling bevat tevens voorschriften over de inrichting, vaststelling en ondertekening van dat proces-verbaal en de voeging ervan bij de processtukken. Het is vaste rechtspraak dat het ontbreken van een dergelijk proces-verbaal betrekking heeft op een zo wezenlijke vorm van de raadkamerprocedure dat het nietigheid van het onderzoek en van de naar aanleiding daarvan gegeven beschikking meebrengt, waartoe de Hoge Raad ook ambtshalve kan besluiten.1.Dit klemt te meer, nu in het onderhavige geval het ontbreken van het proces-verbaal tot gevolg heeft dat het in cassatie voorgestelde middel niet naar behoren kan worden onderzocht.
3. Conclusie
3.1.
Deze conclusie strekt tot vernietiging van de bestreden beschikking en tot terugwijzing van de zaak naar de rechtbank Den Haag opdat de zaak op de vordering tot onttrekking aan het verkeer opnieuw wordt behandeld en afgedaan.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG
Voetnoten
Voetnoten Conclusie 15‑06‑2021