Einde inhoudsopgave
Wet op het financieel toezicht
Artikel 3:264a [Opname deposito bij fusie]
Geldend
Geldend vanaf 29-01-2016
- Bronpublicatie:
23-12-2015, Stb. 2016, 31 (uitgifte: 19-01-2016, kamerstukken: 34232)
- Inwerkingtreding
29-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-01-2016, Stb. 2016, 41 (uitgifte: 28-01-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Ingeval van een rechtsfeit als bedoeld in artikel 16, zesde lid, van de richtlijn depositogarantiestelsels, geeft elke betrokken bank depositohouders daarvan kennis ten minste een maand voordat de rechtsgevolgen ingaan, tenzij de Nederlandsche Bank een kortere termijn toestaat omwille van de stabiliteit van het financiële stelsel of omdat hiermee een rechtmatig belang van de desbetreffende bank wordt gediend.
2.
De bank stelt gedurende drie maanden na de kennisgeving depositohouders onvoorwaardelijk en zonder betaling van een boete in staat deposito’s die voor vergoeding uit hoofde van een depositogarantiestelsel in aanmerking komen, op te nemen voor zover die deposito’s hoger zijn dan het uit hoofde van het toepasselijke depositogarantiestelsel gegarandeerde bedrag nadat de rechtsgevolgen, bedoeld in het eerste lid, zijn ingetreden.
3.
Artikel 1:23 is niet van toepassing ten aanzien van het tweede lid.