Belastingblad 2020/379
Het recht op inzage van de stukken is in art. 7:4 Awb gekoppeld aan het hoorrecht in bezwaar. De mededeling dat een belanghebbende inzage in de stukken wenst moet worden opgevat als verklaring dat men gebruik wil maken van het hoorrecht.
HR 05-06-2020, ECLI:NL:HR:2020:1011, m.nt. Y. Postema-van der Koogh
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 juni 2020
- Magistraten
Mrs. R.J. Koopman, E.N. Punt en M.E. van Hilten
- Zaaknummer
18/04533
- Noot
Y. Postema-van der Koogh
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS229901:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Bezwaarfase
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑06‑2020
ECLI:NL:HR:2020:1011, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑06‑2020
Essentie
Het recht op inzage van de stukken is in art. 7:4 Awb gekoppeld aan het hoorrecht in bezwaar. De mededeling dat een belanghebbende inzage in de stukken wenst moet worden opgevat als verklaring dat men gebruik wil maken van het hoorrecht.
Uitspraak
Arrest
in de zaak van
[X] C.V. te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen
de Staatssecretaris van financiën
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 11 september 2018, nr. 17/00372, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nr. HAA 16/4276) betreffende een aan belanghebbende ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.