NJ 1933, p. 153
Dood door schuld. Het onachtzaam en roekeloos aan de zijde van den rijweg openen van een autoportier. Bewijs oorzakelijk verband met ingetreden gevolgen. Schuld in den zin van art. 307 Sr.
HR 21-11-1932, ECLI:NL:HR:1932:24, m.nt. Prof. Mr. B.M. Taverne
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 november 1932
- Magistraten
Mrs. Jhr. Feith, Taverne, Kirberger, de Menthon Bake en Meckmann.
- Zaaknummer
[21111932/NJ_1933,_p._153]
- Conclusie
Mr. Tak
- Noot
Prof. Mr. B.M. Taverne
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS128893:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1932:24, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑11‑1932
- Wetingang
Essentie
Dood door schuld. Het onachtzaam en roekeloos aan de zijde van den rijweg openen van een autoportier. Bewijs oorzakelijk verband met ingetreden gevolgen. Schuld in den zin van art. 307 Sr.
Samenvatting
De grief, dat in het proces-verbaal der terechtzitting van het Hof vermeld, wordt, dat de getuigen hebben verklaard als in eersten aanleg, terwijl de bedoelde verklaringen, zooals zij in het bestreden arrest tot bewijs zijn gebezigd, niet geheel overeenstemmen met die, welke in het p.v. der terechtzitting in prima zijn opgenomen, kan niet tot cassatie leiden nu de bedoelde getuigen door het Hof zelf zijn gehoord, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.