Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 865/2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer
Artikel 7 Door derde landen afgegeven vergunningen en certificaten
Geldend
Geldend vanaf 19-01-2022
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 05-02-2015. De wijziging van 15-01-2015, PbEU L 10 is ingetrokken met ingang van 26-06-2015.
- Bronpublicatie:
16-12-2021, PbEU 2021, L 473 (uitgifte: 30-12-2021, regelingnummer: 2021/2280)
- Inwerkingtreding
19-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-12-2021, PbEU 2021, L 473 (uitgifte: 30-12-2021, regelingnummer: 2021/2280)
- Vakgebied(en)
Douane (V)
1.
Artikel 4, leden 1 en 2, artikel 5, punten 3, 4 en 5, en artikel 6 zijn van toepassing in samenhang met besluiten betreffende de aanvaardbaarheid van vergunningen en certificaten die door derde landen zijn afgegeven voor specimens die in de Gemeenschap worden binnengebracht.
2.
Indien de in lid 1 bedoelde vergunningen en certificaten betrekking hebben op specimens van soorten waarop vrijwillig vastgestelde uitvoerquota of door de Conferentie der Partijen bij de Overeenkomst toegekende uitvoerquota van toepassing zijn, worden zij alleen aanvaard indien daarop het totale aantal specimens dat in het lopende jaar reeds is uitgevoerd — met inbegrip van die waarop de betrokken vergunning betrekking heeft — alsmede het quotum voor de betrokken soort zijn vermeld.
3.
Door derde landen afgegeven wederuitvoercertificaten worden voorts uitsluitend aanvaard indien daarop het land van herkomst en het nummer en de afgiftedatum van de desbetreffende uitvoervergunning alsmede, in voorkomend geval, het land van laatste wederuitvoer en het nummer en de afgiftedatum van het desbetreffende wederuitvoercertificaat zijn aangegeven of indien zij een bevredigende rechtvaardiging bevatten voor het niet vermelden van deze informatie.
4.
Door derde landen afgegeven vergunningen en certificaten met oorsprongscode ‘O’ worden enkel aanvaard als zij betrekking hebben op specimens die beantwoorden aan de definitie van preovereenkomstspecimen in artikel 1, lid 10 en of de datum van verwerving van de specimens of een vermelding dat de specimens voor een bepaalde datum zijn verworven, omvatten.
5.
Uitvoervergunningen en wederuitvoercertificaten worden door een ambtenaar van het land van uitvoer of wederuitvoer geviseerd, met handtekening, stempel en vermelding van de hoeveelheid, in het voor visering bij uitvoer bestemde vak van het document. Indien het uitvoerdocument op het tijdstip van uitvoer niet werd geviseerd, dient de administratieve instantie van het invoerende land contact op te nemen met de administratieve instantie van het uitvoerende land en dient zij bij het bepalen van de aanvaardbaarheid van het document eventuele verzachtende omstandigheden of documenten in aanmerking te nemen.
6.
Door derde landen afgegeven uitvoervergunningen en wederuitvoercertificaten worden uitsluitend aanvaard wanneer de bevoegde instantie van het betrokken derde land desgevraagd informatie verstrekt waaruit op afdoende wijze blijkt dat de specimens zijn verkregen overeenkomstig de wetgeving inzake de bescherming van de desbetreffende soort.
7.
Door derde landen afgegeven uitvoervergunningen en wederuitvoercertificaten worden alleen aanvaard indien zij zijn afgegeven door de administratieve instantie die officieel door de (weder)uitvoerende partij als bevoegd is aangewezen.