Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsreglement Europees Octrooiverdrag 2000
Regel 81 Onderzoek van de oppositie
Geldend
Geldend vanaf 13-12-2007
- Redactionele toelichting
De datum van inwerkingtreding en de datum van afkondiging zijn afkomstig van de tekstplaatsing. Oorspronkelijke datum van afkondiging: 05-10-1973 (Trb. 1976, 101). Oorspronkelijke datum van inwerkingtreding: 07-10-1977 (Trb. 1977, 144).
- Bronpublicatie:
07-12-2006, Trb. 2013, 127 (uitgifte: 06-08-2013, regelingnummer: CA/D10/06)
- Inwerkingtreding
13-12-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-2007, Trb. 2007, 233 (uitgifte: 21-12-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de akte van 29-11-2000, Trb. 2002, 9.
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Octrooirecht
Internationaal privaatrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De oppositieafdeling onderzoekt de gronden voor oppositie waarop de opposant zich beroept in de verklaring bedoeld in regel 76, tweede lid, onderdeel c. De oppositieafdeling kan ambtshalve ook gronden voor oppositie waarop de opposant zich niet beroept onderzoeken, indien deze zich verzetten tegen het in stand blijven van het Europees octrooi.
2.
Mededelingen overeenkomstig artikel 101, eerste lid, tweede volzin, en alle antwoorden daarop worden aan alle partijen verzonden. Indien de oppositieafdeling dit wenselijk acht, nodigt zij alle partijen uit om binnen een te stellen termijn te reageren.
3.
In elke mededeling overeenkomstig artikel 101, eerste lid, tweede volzin, dient de houder van het Europees octrooi, indien nodig, in de gelegenheid te worden gesteld om voor zover noodzakelijk de beschrijving, de conclusies en de tekeningen te wijzigen. De mededeling dient, indien nodig, gemotiveerd te zijn en de gronden te bevatten die zich tegen het in stand blijven van het Europees octrooi verzetten.