Einde inhoudsopgave
Voorzieningenstelsel Buitenlandtoeslagen Rechterlijke Ambtenaren (VBRA)
Artikel 5.1
Geldend
Geldend vanaf 06-07-2012. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-04-2012
- Bronpublicatie:
20-06-2012, Stcrt. 2012, 13378 (uitgifte: 04-07-2012, regelingnummer: 2012-200612)
- Inwerkingtreding
06-07-2012, terugwerkend tot: 01-04-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-06-2012, Stcrt. 2012, 13378 (uitgifte: 04-07-2012, regelingnummer: 2012-200612)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Bezoldiging
Juridische beroepen / Rechter
Juridische beroepen (V)
Ambtenarenrecht / Vergoeding
1.
De belanghebbende die een huurwoning bewoont, heeft voor de duur van zijn verblijf voor zichzelf en zijn gezin aanspraak op een huurtegemoetkoming.
2.
De huurtegemoetkoming bedraagt het verschil tussen de werkelijke huurprijs tot ten hoogste het in bijlage 4 onder a genoemde huurplafond en de eigen bijdrage ter hoogte van 15% van lokale bruto maandsalaris in het land van verblijf. Voor de vaststelling van de huurtegemoetkoming van de ongehuwde belanghebbende gelden de huurplafonds van bijlage 4 onder b. Het huurplafond wordt tweejaarlijks opnieuw vastgesteld.
3.
De aanspraak op de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid gaat in op de datum van ingang van de huurovereenkomst voor de desbetreffende woning maar niet eerder dan op de datum waarop de belanghebbende zijn werkzaamheden heeft aangevangen.
4.
De tegemoetkoming bedoeld in het eerste lid wordt op verzoek van de belanghebbende aan hem toegekend na overlegging van een afschrift van de getekende huurovereenkomst.
5.
Voor de berekening van de huurtegemoetkoming wordt het onderhoud van een zwembad of tuin geacht geen onderdeel uit te maken van de huurprijs van de woning en wordt de door BZK gehanteerde geldende administratiekoers van de desbetreffende maand gehanteerd.
6.
De tegemoetkoming in de huurlasten wordt slechts aan één belanghebbende toegekend. Indien meer belanghebbenden op één en hetzelfde adres woonachtig zijn, wordt het bedrag van de tegemoetkoming bedoeld in het eerste lid vastgesteld naar rato van het aantal belanghebbenden dat op het desbetreffende adres woonachtig is.
7.
De gehuwde belanghebbende wiens gezin metterwoon in Nederland verblijft, heeft aanspraak op gemeubileerde huisvesting (inclusief de verschuldigde kosten voor gas, water en elektriciteit) op een zodanige afstand van de plaats van tewerkstelling dat er, naar het oordeel van de bevoegde autoriteit, geen belemmering bestaat voor een goede vervulling van de dienst. De vergoeding van de huisvestingskosten (inclusief gas, water en licht) betreft maximaal honderd en tien procent van de in bijlage 4, onder B, vastgestelde huurplafonds voor de ongehuwde belanghebbende.
8.
De gehuwde belanghebbende wiens gezin metterwoon in Nederland verblijft, heeft aanspraak op een tegemoetkoming in voedingskosten gedurende de dagen dat hij geacht wordt in de standplaats verblijf te houden, tot ten hoogste een bedrag van 20% van de daggeldvergoeding voor voeding, als bedoeld in het Reisbesluit buitenland.