Einde inhoudsopgave
Meststoffenwet
Artikel 3 [Voorkomen schijnconstructie]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2006
- Redactionele toelichting
Bij de tekstplaatsing zijn de artikelen vernummerd in 1 t/m 78 en zijn de verwijzingen in de artikelen vernummerd. Hoofdstukopschrift II is verplaatst naar art. 4. Voorheen art. 2. Oorspronkelijk art. 3 vernummerd tot art. 4.
- Bronpublicatie:
14-02-2006, Stb. 2006, 64 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
15-09-2005, Stb. 2005, 481 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken: 29930)
- Inwerkingtreding
01-01-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-02-2006, Stb. 2006, 64 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
19-10-2005, Stb. 2005, 562 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
1.
Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt geen rekening gehouden met handelingen waarvan, op grond van de omstandigheid dat zij geen wezenlijke verandering van feitelijke verhoudingen hebben ten doel gehad of op grond van andere bepaalde feiten en omstandigheden, moet worden aangenomen dat zij achterwege zouden zijn gebleven, indien daarmee niet de toepassing van deze wet voor het vervolg geheel of ten dele onmogelijk zou worden gemaakt.
2.
Hoofdstuk III van deze wet is niet van toepassing op natuurterreinen die de hoofdfunctie natuur hebben.