Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafvordering
Artikel 414 [Nieuwe bewijsmiddelen]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2011
- Bronpublicatie:
17-12-2009, Stb. 2010, 1 (uitgifte: 12-01-2010, kamerstukken: 30143)
- Inwerkingtreding
01-01-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-07-2010, Stb. 2010, 291 (uitgifte: 20-07-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
1.
De advocaat-generaal en de verdachte kunnen zoowel ter terechtzitting in eersten aanleg gehoorde als nieuwe getuigen en deskundigen doen dagvaarden of schriftelijk doen oproepen. Zij kunnen ook nieuwe bescheiden of stukken van overtuiging overleggen.
2.
De artikelen 263, tweede tot en met vijfde lid, en 264 zijn van overeenkomstige toepassing. Indien de verdachte hoger beroep heeft ingesteld kan de advocaat-generaal bij een met redenen omklede beslissing een niet bij schriftuur door de verdachte opgegeven getuige of deskundige weigeren te doen oproepen, indien horen ter terechtzitting niet noodzakelijk is te achten.
3.
Het slachtoffer of de nabestaande die in eerste aanleg geen gebruik heeft gemaakt van zijn recht om te verklaren op grond van artikel 51e, kan van zijn voornemen daartoe schriftelijk kennis geven aan de advocaat-generaal of het gerechtshof. Artikel 260, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.