Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling visserij
Artikel 75
Geldend
Geldend vanaf 07-06-2016
- Bronpublicatie:
02-06-2016, Stcrt. 2016, 29973 (uitgifte: 06-06-2016, regelingnummer: WJZ/16069148)
- Inwerkingtreding
07-06-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-06-2016, Stcrt. 2016, 29973 (uitgifte: 06-06-2016, regelingnummer: WJZ/16069148)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Dierenrecht / Algemeen
1.
Overdracht van een deel van de vergunning, als bedoeld in artikel 8 van het Reglement voor de binnenvisserij 1985, is slechts mogelijk voor zover daarin is voorzien door het goedgekeurde visplan, bedoeld in artikel 67, eerste lid, onderdeel c, en kan tijdelijk zijn of voor onbepaalde tijd. Een tijdelijke overdracht kan slechts betrekking hebben op een aaneengesloten periode van ten hoogste 12 maanden, gerekend vanaf 1 juli.
2.
Een overdracht als bedoeld in het eerste lid, ongeacht of deze tijdelijk dan wel voor onbepaalde tijd is, is slechts mogelijk indien:
- a.
De vrijstelling, bedoeld in artikel 67, eerste lid, van kracht is, en
- b.
zowel degene die overdraagt als degene aan wie wordt overgedragen, aangeslotene zijn.
3.
In geval van een overdracht als bedoeld in het eerste lid, wijzigt een erkende producentenorganisatie voor het IJsselmeer namens de Minister de desbetreffende vergunningen dienovereenkomstig, op verzoek van de betrokken aangeslotenen, mits is voldaan aan het tweede lid.
4.
In afwijking van het eerste en het tweede lid is een overdracht van een deel van een vergunning mogelijk, indien niet is voorzien in een goedgekeurd visplan en indien de vrijstelling, bedoeld in artikel 67, eerste lid, niet van kracht is, voor zover die overdracht ziet op het gebruik van het aalkistje, de schietfuik, de grote fuik en het staand net.
5.
Een overdracht als bedoeld in het vierde lid dat op het gebruik ziet van het staand net, is slechts mogelijk, voor zover het aantal verhuurde staand netten in de periode van 1 juli tot en met 31 mei niet het aantal staand netten overschrijdt dat de verhuurder maximaal mag inzetten in deze vergunningsperiode.
6.
In afwijking van het eerste en tweede lid, is een overdracht van een deel van een vergunning mogelijk, indien niet is voorzien in een goedgekeurd visplan en indien de vrijstelling, bedoeld in artikel 67, eerste lid, niet van kracht is, voor zover deze overdracht ziet op het gebruik van de zegen en voor onbepaalde tijd wordt aangevraagd. Een overdracht krachtens dit lid betekent tevens een overdracht van de dagen, bedoeld in artikel 29, vierde lid.
7.
Een overdracht als bedoeld in het eerste, vierde en zesde lid, ongeacht of deze tijdelijk dan wel voor onbepaalde tijd is, is slechts mogelijk, indien daarvan uiterlijk op 1 april voorafgaand aan de eerstvolgende vergunningsperiode waarvoor de overdracht geldt, een aanvraag is ingediend bij de Minister.