Einde inhoudsopgave
Internationale Gezondheidsregeling (1969)
Artikel 30
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1982
- Redactionele toelichting
Voorheen art. 31. Oorspronkelijk art. 30 vernummerd tot art. 29. Hoofdstukopschrift II is ingevoegd. Voorheen hoofdstukopschrift bij art. 31.
- Bronpublicatie:
20-05-1981, Trb. 1981, 192 (uitgifte: 31-08-1981, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1982
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-05-1981, Trb. 1981, 192 (uitgifte: 31-08-1981, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Individuele gezondheidszorg
1.
De gezondheidsautoriteit voor een haven of een luchthaven of voor het gebied waarin een grenspost is gelegen neemt alle uitvoerbare maatregelen:
- (a)
om het vertrek van besmette of verdachte persoenen te verhinderen;
- (b)
het binnenbrengen van mogelijke besmettingsbronnen of overbrengers van een onder de Regeling vallende ziekte, op een schip, in een luchtvaartuig, in een trein, in een wegvervoermiddel, een ander vervoermiddel of een container te verhinderen.
2.
De gezondheidsautoriteit in een besmette kring kan van vertrekkende reizigers een geldig inentingscertificaat verlangen.
3.
De gezondheidsautoriteit bedoeld in het eerste lid van dit artikel kan, als zij zulks nodig oordeelt, iedereen medisch onderzoeken voordat deze voor een internationale reis vertrekt. Tijd en plaats van dit onderzoek worden zo geregeld, dat met alle andere formaliteiten rekening wordt gehouden, ten einde het vertrek te vergemakkelijken en vertraging te vermijden.
4.
Niettegenstaande het bepaalde onder (a) van het eerste lid van dit artikel kan aan iemand die een internationale reis maakt en bij aankomst onder toezicht wordt gesteld, worden toegestaan zijn reis te vervolgen. Overeenkomstig artikel 28 geeft de gezondheidsautoriteit op de snelste wijze de gezondheidsautoriteit voor de plaats waarheen hij zich begeeft, hiervan kennis.