Einde inhoudsopgave
RvdW 2011/345
Vervangende toestemming rechter tot erkenning kind o.g.v. art. 1:204 lid 3 BW. Cassatieberoep verworpen met toepassing van art. 81 RO.
HR 04-03-2011, ECLI:NL:HR:2011:BO9563
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
4 maart 2011
- Magistraten
Mrs. A. Hammerstein, F.B. Bakels, C.E. Drion
- Zaaknummer
10/03154
- Conclusie
A-G Keus
- LJN
BO9563
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Afstamming en adoptie
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BO9563, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 04‑03‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BO9563, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑12‑2010
Essentie
Vervangende toestemming rechter tot erkenning kind o.g.v. art. 1:204 lid 3 BW. Cassatieberoep verworpen met toepassing van art. 81 RO.
Partij(en)
[De vrouw], te [woonplaats], verzoekster tot cassatie, adv.: mr. P. Garretsen,
tegen
[De man], te [woonplaats], verweerder in cassatie,
niet verschenen.
Conclusie
Conclusie A-G mr. Keus:
1.
In deze zaak kunnen de aangevoerde klachten niet tot cassatie leiden. Evenmin nopen zij tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Ik meen daarom met een verkorte conclusie te kunnen volstaan.
2.
Partijen hebben een affectieve relatie gehad. Uit ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.