NJ 1916, p. 736
HR, 28-04-1916
HR 28-04-1916, ECLI:NL:HR:1916:125
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 april 1916
- Magistraten
Voorzitter: Jhr. Mr. W. H. de Savornin Lohman., Raden: Mrs. C. Krabbe, B. C. J. Loder, J. A. A. Bosch en A. Fentener van Vlissingen.
- Zaaknummer
[28041916/NJ_1916,_p._736]
- Conclusie
Mr. Noyon
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS98304:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1916:125, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑04‑1916
- Wetingang
(BW art. 1954.)
Samenvatting
Door het in staat van gewijsde gegaan vonnis, waarbij een rechtsverklaring van het bestaan eener erfdienstbaarheid werd gegeven, is ook tegen den rechtsopvolger onder bizonderen titel van dengene, tegen wien dat vonnis werd gewezen (den eigenaar van het lijdend erf, Red.), onherroepelijk het bestaan dier erfdienstbaarheid vastgesteld.
Partij(en)
J. S. van der Lans, Veehandelaar, wonende te Rijswijk, eischer tot cassatie van een arrest van het Gerechtshof te ‘s-Gravenhage op 29 November 1915 tusschen partijen gewezen (N. J. 1916 bl. 51 Red.), advocaat Mr. L. A. Micheels, later Mr. J. W. Dijckmeester, gepleit door Mr. L. A. Micheels ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.