RAR 2020/75
Hoger beroep ontbindingsbeschikking. Dient de appelrechter een toegewezen ontbindingsverzoek ex tunc of ex nunc te toetsen?
HR 21-02-2020, ECLI:NL:HR:2020:284
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 februari 2020
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.E. du Perron, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
19/01978
- Conclusie
A-G mr. T. Hartlief
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS198651:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:284, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑02‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1383, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑12‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑04‑2019
- Wetingang
Essentie
Hoger beroep ontbindingsbeschikking. Ontbinding arbeidsovereenkomst.
Dient de appelrechter een toegewezen ontbindingsverzoek ex tunc of ex nunc te toetsen?
Samenvatting
De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst tussen werknemer en werknemer ontbonden wegens een verstoorde arbeidsverhouding onder toekenning van de transitievergoeding. In hoger beroep is als nieuw feit komen vast te staan dat werknemer zich gedurende de periode dat de arbeidsrelatie tussen hem en zijn werkgever verslechterde, zonder dat hij daartoe toestemming had, toegang heeft verschaft tot de e-mailbox van werkgever en geluidsopnames tussen werkgever en zijn advocaat heeft bemachtigd. Het hof acht deze gedragingen zo ernstig dat het hof de beschikking ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.