NJ 1928, p. 1639
HR, 29-06-1928
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 juni 1928
- Magistraten
Mrs. Segers, Kosters, Schepel, van Gelein Vitringa, v. Woudenberg Hamstra,
- Zaaknummer
[29061928/NJ_1928,_p._1639]
- Conclusie
Mr. Van Lier
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS101617:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1928:357, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑06‑1928
- Wetingang
(BW art. 1689; WvK art. 16-35; Rv art. 289, 658-666.)
Samenvatting
[Verzegeling van boeken en andere goederen van een vennootschap onder firma op verzoek van een gewezen vennoot.
Betwisting van het bestaan hebben der vennootschap door de wederpartij, die in kort geding opheffing der verzegeling vorderde.
Verzegeling door den President in kort geding bevolen na beslissing dat de noodzakelijke grondslag voor de verzegeling, nl. de vennootschapsverhouding aanvankelijk voldoende aannemelijk is gemaakt.]
Krachtens art. 1689 B. W. zijn, na ontbinding der vennootschap, de bepalingen omtrent verzegeling van toepassing.
Nu het betrof verzet tegen een verzegeling in kort geding kon het Hof, dat de beslissing van den President bevestigde, volstaan met ...