HR, 09-12-2016, nr. 16/04127
ECLI:NL:HR:2016:2827
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
09-12-2016
- Zaaknummer
16/04127
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2016:2827, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑12‑2016; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:988, Gevolgd
ECLI:NL:PHR:2016:988, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑10‑2016
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2016:2827, Gevolgd
- Vindplaatsen
Uitspraak 09‑12‑2016
Inhoudsindicatie
Cassatieprocesrecht. Niet-ontvankelijkheid; in dagvaarding is geen advocaat bij de Hoge Raad aangewezen (art. 407 lid 3 Rv). Verzuim niet hersteld binnen daarvoor gegeven termijn.
Partij(en)
9 december 2016
Eerste Kamer
16/04127
LZ/JS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[eiser] ,wonende te [woonplaats] ,
EISER tot cassatie,
t e g e n
1. De rechtspersoon naar buitenlands recht TRANSPORT CARGO AMSTERDAM INCORPORATION,gevestigd te Wilmington, Delaware, Verenigde Staten van Amerika,
2. TRANSPORT CARGO AMSTERDAM C.V.,gevestigd te Amsterdam,
3. STICHTING YOSEMITE BEHEER,gevestigd te Amsterdam,
4. De rechtspersoon naar buitenlands recht YOSEMITE CONSULTANCY LIMITED,gevestigd te Hertfordshire, Verenigd Koninkrijk,
5. TRUCK CARE C.V.,gevestigd te Amsterdam,
6. STICHTING SEQUOIA BEHEER,gevestigd te Amsterdam,
7. De rechtspersoon naar buitenlands recht SEQUOIA ENTERPRISES LIMITED,gevestigd te Hertfordshire, Verenigd Koninkrijk,
8. [verweerder 8] ,wonende te [woonplaats] ,
9. [verweerder 9] ,wonende te [woonplaats] ,
10. mr. K.P. HOOGENBOEZEM, in zijn hoedanigheid van vereffenaar van de boedel in het faillissement van Transport Cargo c.v. en Stichting Yosemite Beheer,kantoorhoudende te Amsterdam.
Eiser tot cassatie zal hierna ook worden aangeduid als [eiser] .
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaken 6704/08 en 1157875 CV EXPL 10-19501 van de rechtbank te Amsterdam van 21 augustus 2009 respectievelijk 12 juli 2011;
b. het arrest in de gevoegde zaken 200.073.063/02 en 200.101.909/01 van het gerechtshof Amsterdam van 14 april 2015.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van [eiser] in zijn cassatieberoep.
[eiser] heeft bij brief van 19 oktober 2016 op die conclusie gereageerd. Nu deze brief niet door tussenkomst van een advocaat aan de Hoge Raad is toegestuurd, zal de Hoge Raad daarop geen acht slaan.
3 Beoordeling van de ontvankelijkheid
De dagvaarding voldoet niet aan de eisen van art. 407 lid 3 Rv omdat daarin geen advocaat bij de Hoge Raad is aangewezen. Aan [eiser] is de gelegenheid gegeven dit verzuim te herstellen door binnen twee weken na 12 augustus 2016 herstelexploiten uit te brengen en deze vóór 9 september 2016 om 10.00 uur bij de Hoge Raad in te dienen. Van deze mogelijkheid is geen gebruik gemaakt. Dit brengt mee dat [eiser] in zijn beroep niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.
4. Beslissing
De Hoge Raad verklaart [eiser] niet-ontvankelijk in zijn beroep.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, A.H.T. Heisterkamp en M.J. Kroeze, en in het openbaar uitgesproken door vice-president E.J. Numann op 9 december 2016.
Conclusie 07‑10‑2016
Inhoudsindicatie
Cassatieprocesrecht. Niet-ontvankelijkheid; in dagvaarding is geen advocaat bij de Hoge Raad aangewezen (art. 407 lid 3 Rv). Verzuim niet hersteld binnen daarvoor gegeven termijn.
Zaaknr: 16/04127
mr. E.M. Wesseling-van Gent
Zitting: 7 oktober 2016
Conclusie 80a RO inzake:
[eiser]
tegen
1. T.C.A. Inc.
2. Transport Cargo Amsterdam C.V.
3. Stichting Yosemite Beheer
4. Yosemite Consultancy Limited
5. Truck Care Amsterdam C.V.
6. Stichting Sequoia Beheer
7. Sequoia Enterprises Limited
8. [verweerder 8]
9. [verweerder 9]
10. K.P. Hoogenboezem q.q.
1. Eiser tot cassatie (hierna: [eiser]) heeft op 14 juli 2015 vier dagvaardingen doen uitbrengen waarin aan verweerders in cassatie (hierna gezamenlijk: T.C.A. Inc. c.s.) is aangezegd dat hij cassatieberoep instelt tegen het tussen partijen gewezen arrest van het gerechtshof Amsterdam van 14 april 2015 in twee (gevoegde) zaken met zaaknummers 200.073.063/02 en 200.101.909/01.
T.C.A. Inc. c.s. zijn gedagvaard te verschijnen ter zitting van 12 augustus 2016.
2. In de dagvaarding is geen advocaat bij de Hoge Raad aangewezen die [eiser] in de cassatieprocedure zal vertegenwoordigen.
3. Bij brief van 11 augustus 2016, op dezelfde datum ingekomen ter griffie, heeft [eiser] de zaak aangebracht bij de Hoge Raad en verzocht om gelegenheid te bieden voor herstel van enig gebrek of verzuim in verband met het aanbrengen van de zaak.
4. De griffie van de Hoge Raad heeft [eiser] per aangetekende brief van 12 augustus 2016 bericht dat op de rol van diezelfde dag is aangetekend dat niet is voldaan aan art. 407 lid 3 Rv, waarin is bepaald dat eiser in het exploot van dagvaarding een advocaat bij de Hoge Raad aanwijst, en dat [eiser] de gelegenheid krijgt een herstelexploot uit te brengen tegen de rolzitting van 9 september 2016, welk exploot binnen twee weken na 12 augustus 2016 dient te zijn betekend aan de wederpartijen en vóór 9 september 2016 10.00 uur bij de Hoge Raad moet zijn ingediend.
5. [eiser] heeft van de geboden gelegenheid geen gebruik gemaakt.
6. [eiser] heeft bij brief van 7 september 2016, ingekomen ter griffie op 8 september 2016, de Hoge Raad verzocht om verlening van een nadere termijn om het gebrek te herstellen. Dit verzoek is door de rolraadsheer afgewezen. Deze beslissing is per aangetekende brief van 21 september 2016 aan [eiser] medegedeeld.
7. Nu [eiser] geen cassatieadvocaat heeft aangewezen in de dagvaarding en hij dit gebrek niet binnen de termijn heeft hersteld, is niet voldaan aan het vereiste in art. 407 lid 3 Rv en kan het cassatieberoep niet in behandeling worden genomen.
8. De conclusie strekt derhalve tot niet-ontvankelijkverklaring van [eiser] in zijn cassatieberoep.
De Procureur-Generaal bij de
Hoge Raad der Nederlanden
A-G