NJ 2013/336
EEX-Verordening. Bevoegdheid. Promesse aan order; aval. Art. 15 lid 1; ‘consument’. Art. 5 punt 1 onder a; ‘verbintenissen uit overeenkomst’; ‘plaats waar de verbintenis die aan de eis ten grondslag ligt, is uitgevoerd of moet worden uitgevoerd’.
HvJ EU 14-03-2013, ECLI:EU:C:2013:165, m.nt. L. Strikwerda (Ceska Sporitelna/Gerald Feichter)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
14 maart 2013
- Magistraten
A. Tizzano, M. Ilesic, E. Levits, J.-J. Kasel, M. Safjan
- Zaaknummer
C-419/11
- Conclusie
A-G E. Sharpston
- Noot
L. Strikwerda
- LJN
BZ5290
- Roepnaam
Ceska Sporitelna/Gerald Feichter
- JCDI
JCDI:ADS127642:1
- Vakgebied(en)
EU-recht / Rechtsbescherming
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2013:165, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 14‑03‑2013
- Wetingang
Art. 5 punt 1 onder a, 15 lid 1 Brussel I
Essentie
Verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens art. 267 VWEU, ingediend door de Mestsky soud/Praze (Tsjechië) bij beslissing van 21 maart 2011.
EEX-Verordening. Bevoegdheid. Promesse aan order; aval. Art. 15 lid 1; ‘consument’. Art. 5 punt 1 onder a; ‘verbintenissen uit overeenkomst’; ‘plaats waar de verbintenis die aan de eis ten grondslag ligt, is uitgevoerd of moet worden uitgevoerd’.
Samenvatting
Art. 15 lid 1 EEX-Verordening moet aldus worden uitgelegd dat een natuurlijke persoon die met een vennootschap nauwe beroepsmatige banden heeft, zoals een bestuurder of een meerderheidsaandeelhouder, niet kan worden aangemerkt als consument ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.